De Nederlandse film heeft altijd te maken gehad met een voor die tijd passend stigma. Of er waren nodeloos koddige seksscènes, of er waren teveel oorlogsfilms, en altijd vraagt men zich weer af of een Nederlandse film überhaupt het aanzien waard is. De laatste jaren is er weer een nieuwe ziekte: teveel romcoms. De bezoekersaantallen zijn hoog, maar het respect voor de Nederlandse film is laag. Hoe kan dat?
Makkelijk geld
De laatste jaren vliegen de Gooische Vrouwen, Hartenstraten en Alles is Liefdes ons om de oren. Sinds Love Actually de romcom met grote cast en meerdere verhaallijntjes populair maakte doen we dit in Nederland dankbaar na. Maar ook de meer conventionele romcom (krijgt de jongen het meisje) krijgt ruim baan. En daar is een reden voor: makkelijk geld. Klakkeloos gaan mensen naar dit soort films waar kwantiteit ruim voorrang krijgt op kwaliteit. Zijn al deze films slecht? Nee, ook tussen de keutels ligt soms een parel. De eerste Soof en Alles is Liefde waren prima genietbaar. De sequels en spin-offs een stuk minder.
Valt nog mee
Maar wat maakt het uit? Kennelijk is dit wat het publiek wil. Op korte termijn is dat een redelijk argument. Op lange termijn zijn de gevolgen voor de Nederlandse film echter een stuk schadelijker. De verwachting die men van een Nederlandse film heeft komt erbarmelijk laag te liggen. Als ik iemand al eens een Nederlandse film probeer aan te raden, dan trekt men vies de neus op. Een Nederlandse film? Nee, bedankt. Matige films die een behoorlijk budget kregen zoals Michiel de Ruyter en Kenau scoorden soms een redelijke recensie omdat “het als Nederlandse film nog niet eens tegenviel”. Zet je deze films af tegen Franse of Duitse producties (we laten het grote geld van Hollywood even buiten beschouwing), dan zijn het gewoon bedroevend matige films.
Publiek
Er is ook een tweedeling qua publiek. Er zijn bijvoorbeeld liefhebbers die minstens een keer of 15 per jaar naar de film gaan. Ze zijn soms iets kritischer omdat ze al veel gezien hebben, en verwachten iets meer. Hen weer een variatie op Hartenstraat voorschotelen gaat vervelen. Daar staan de mensen tegenover die rond de kerst of in de grote vakantie eens een bioscoopje pakken. Die kiezen vaak een film met veel media-aandacht. Als ik ietwat mag generaliseren zou je kunnen zeggen dat dit publiek minder hoge verwachtingen heeft van een bioscoopbezoek. En juist dit publiek wordt uitermate goed bedient door Nederlandse filmmakers.
Soapsterren
Gevolg is dat een handvol prima Nederlandse films dat in 2016 uitkwam weinig aandacht krijgt. Alle RTL Boulevard aandacht gaat uit naar Soof 2 of de nieuwste Nijenhuis-productie vol soapsterren. Dick Maas vroeg zich laatst hardop af waarom zijn leeuwenhorror Prooi niet was aangeslagen. Het publiek durft niet meer. Niet vanwege een boze leeuw, maar omdat men weinig vertrouwen heeft in iets anders van Nederlandse bodem. De gelegenheidsbezoeker gaat liever naar de romcom, en de liefhebber wil niet maar naar een Nederlandse film. Als acteurs en schrijvers niet wat sneller op meer kwaliteit gaan mikken, dan krijgen we voortaan alleen nog maar een handvol romcoms die het grote publiek vermaken. Mag er geen Romcom meer gemaakt worden? Dat is natuurlijk onzin. Maar iets meer variatie, durf en kwaliteit kan best.
Be the first to comment