Jumanji was in de jaren ’90 een redelijke hit voor de inmiddels overleden Robin Williams. Veel kennissen van mij hebben goede jeugdherinneringen bij het horen van deze titel. Ik niet, want de film ging destijds compleet aan me voorbij. Ik kan me ook niet herinneren dat iemand de afgelopen jaren tegen me zei: “Jumanji, als daar nou eens een reboot of sequel van zou komen”. Maar here we are…
Vier tieners en een game
Spencer is niet de meest populaire tiener van zijn school. Hij maakt het huiswerk voor zijn klasgenoot Fridge in de hoop de vroegere vriendschap te doen herleven. Fridge heeft Spencer’s hulp nodig om zijn cijfers op te hogen, maar veel respect heeft hij niet voor zijn vroegere vriend. We ontmoeten ook Bethany, een tiener die vooral bezig is met selfies voor haar Instagram-account. Tenslotte is er nog de verlegen maar intelligente Martha. Door omstandigheden moeten deze vier scholieren samen nablijven op school. Hun straf: het opruimen van de kelder. Tijdens het opruimen vinden ze een oude spelcomputer. Uit verveling besluiten ze te gaan spelen: met desastreuze gevolgen. De kinderen worden in het spel gezogen en zitten vast in de spelwereld van Jumanji. De enige manier om terug te keren naar de echte wereld is het spel winnend af te sluiten.
Wie wil je zijn?
Toen ik de trailer zag dacht ik eerst met een soort remake van The Breakfast Club te maken te hebben. Vier tegenpolen die van hun leraar moeten nablijven om er achter te komen wie ze willen zijn in het leven. De personages zijn weinig origineel: de nerd, de sporter, de schoonheidskoningin en het verlegen muurbloempje. Eenmaal in het spel blijken hun gekozen gamekarakters (avatars) totaal anders te zijn. Spencer is ineens een stoere bink met het lichaam van Dwayne Johnson. Martha is een lenige vechtsportspecialist met de looks van Karen Gillan. De sterke Fridge is ineens een klein ventje geworden (Kevin Hart) en de sexy Bethany moet door het leven als de morsige Jack Black. De voor de hand liggende grappen (Bethany moet leren hoe een penis werkt) zijn flauw, maar werken wel.
De acteurs zijn niet zichzelf
De acteurs doen erg hun best om de tieners te spelen die in hun lichaam gevangen zitten. Dwayne Johnson kan wederom etaleren dat hij over een prima komisch talent beschikt. Gelukkig maar, want na de flop die Baywatch heet zou je daar bijna aan gaan twijfelen. Jack Black is geweldig als zelfingenomen tienermeisje. Vooral de scene waarin Black aan Gillan laat zien hoe je een man moet verleiden zijn erg grappig. De acteur die uit de toon valt is Kevin Hart. Kevin Hart speelt vooral… Kevin Hart. De tiener Fridge en zijn volwassen game variant lijken qua gedrag weinig op elkaar. Niet dat Kevin Hart niet grappig is, maar hij laat kansen om echt iets met de rol te doen liggen.
90’s
De eerste Jumanji film is duidelijk een kind van de jaren ’90. Deze losse sequel heeft een paar flinke knipogen naar dit decennium. De gamewereld is een duidelijke hommage aan games uit die tijd, zowel ten goede als ten kwade. Karen Gillan’s personage is nogal schaars gekleed voor een avontuur in de jungle. Deze duidelijke knipoog naar Lara Croft ligt er precies dik genoeg bovenop. De sfeer van games uit het vroege Playstation-tijdperk is goed getroffen. Non-Playable Characters, zwart wit schurken, levels, avatars en RPG elementen geven de kijker echt het gevoel in een game vast te zitten. De helden kunnen ook echt verliezen. Ieder beschikt over drie levens en daarna is het… Game Over.
Conclusie
Jumanji: Welcome to the Jungle is een prettige verrassing. Ik had werkelijk geen enkele verwachting van deze film. Ik merkte dat naarmate de film vorderde ik er goed in zat. Is dit een film waar je maanden later nog over napraat? Nee, zeker niet. Maar Jumanji is wel een film die zichzelf niet al te serieus neemt en een prima aanrader voor de 90’s ouder die weer even in zijn eigen jeugd wil duiken (maar ook zijn kind mee naar de bios wil nemen).
Be the first to comment