Ooit, op mijn Atari Lynx, had ik het aardige spelletje Rampage. Als grote Aap of ander beest kon ik gebouwen mollen, mensen opeten en het leger lastig vallen. Ik zag het destijds als een leuke manier om eens de schurk te zijn, en niet het mannetje dat Donkey Kong moest verslaan. Het was een typisch spel voor zijn tijd; iets waar je af en toe een lollig kwartiertje aan gaat besteden, maar zeker geen game waar je eens echt voor gaat zitten. Daarom was ik ook enorm verbaasd toen ik hoorde dat er een heuse film van gemaakt werd.
“Of course the wolf can fly.”
Curious George
Davis Okoye (Dwayne Johnson) werkt in het apenreservaat van een dierentuin. Hij kan als geen ander contact leggen met grote mensapen, en heeft een speciale band met het alfa-mannetje van de groep: George. Na een ramp op een onderzoeksstation in de ruime vallen er geheimzinnige voorwerpen met daarin een gevaarlijk gas op aarde. George krijgt een flinke snuif van dat gas te verwerken en begint zich steeds onhandelbaarder te gedragen. Hij begint te groeien en is al snel niet meer te houden. George is niet als enige aangetast door het gas, er blijkt ook een reusachtige wolf rond te rennen. George en de wolf vormen zo een enorme bedreiging voor miljoenenstad Chicago. Het leger probeert het duo plat te schieten, maar Davis wil proberen George bij zinnen te brengen.
The Rock
Dwayne Johnson is een acteur met een hoge gunfactor. Zodra je zijn sympathieke kop op een poster ziet opduiken weet je dat de film in elk geval één goed element heeft. Sinds zijn merkwaardige debuut in The Mummy Returns heeft hij snel carrière gemaakt als actieheld met een prima komische timing en absolute krachtpatser. Toch moet hij ondanks het succes ook oppassen. Baywatch werd door de critici met de grondgelijk gemaakt. Jumanji bleek een onverwachte meevaller. Maar Johnson loopt wel een beetje het risico om gezien te worden als bekende kop voor niemendalletjes. Ook Rampage is een project waar je van te voren geen hoge verwachtingen van hebt. En Dwayne Johnson is eigenlijk veel te goed om alleen maar in tussendoortjes te zitten.
Slechte beslissingen
Van het verhaal moet deze film het in elk geval niet hebben. Twee slechte industriëlen (Malin Akerman en Jake Lacy) zitten in hun kantoortje te bedenken hoe ze deze chaos voor eigen voordeel kunnen gebruiken. Hun bedrijf zit achter het geheimzinnige gas. Maar als je ziet hoe ze deze situatie publicitair aanpakken, dan ga je je afvragen hoe ze ooit een goed bedrijf hebben kunnen opzetten. Het leger neemt irrationele beslissing op irrationele beslissing, dus daar moet je het ook niet van hebben. Hilarisch is het moment wanneer er in de kanalen van Chicago ook een monster opduikt. Één van de bevelhebbers merkt op dat ze in dat gebied geen onderzeeërs hebben liggen. Gezien het feit dat de stad niet aan zee ligt een tamelijk onnodige opmerking. En de enige die echt kan helpen, Davis, ervaart natuurlijk op alle fronten tegenwerking.
Conclusie
Als eenmaal het vechten van de monsters en het mollen van de stad begint komt de film op stoom. De special effects zijn dan ook het grootste pluspunt van de film. Hou je van Roland Emmerich-achtige verwoestingen, dan zit je met deze film wel goed. De meeste gameverfilmingen mislukken meestal omdat ze teveel willen doen met het basismateraal. Rampage doet dat niet, en blijft daarom vrij makkelijk overeind als één van de meer genietbare films in dit genre. Rampage was als spelletje een prima hersenloos tussendoortje, en de film weet die essentie prima te vangen. Maar ik hoop Dwayne “The Rock” Johnson binnenkort toch weer even in iets beters te zien. Je moet je carrière niet alleen maar vullen met aardige tussendoortjes.
Be the first to comment