Imagine: een terugblik (II)

We zijn inmiddels twee weken verder en ik zit alweer in m’n normale ritme. Toch blijft het even wennen na zo’n piek in het filmjaar en ik zie momenteel lang niet zo veel als ik zou willen, helaas. Ook op het 34ste Imagine Film Festival kon ik niet alles meepakken en heb ik een aantal veelbelovende films moeten laten schieten. Maar ja, ander werk riep, en slapen en eten is ergens ook wel belangrijk. Deel II van een terugblik.

Voor ieder wat wils
In het programma Nieuw Nederlands Peil werden elf korte films vertoond uit Nederland en (één uit) Vlaanderen, steeds opgedeeld in een blok van drie (en twee). Van horror tot romantisch en van abstract tot komedie: er zat van alles bij. Erg leuk ook dat alle makers aanwezig waren voor een aantal vragen achteraf. Mijn favorieten: Sandwitch (Jasper ten Hoorn), Salvatore (Maarten Groen), Pizzamonster (Kurt Platvoet) en het absurde Ringo Rocket Star And His Song For Yuri Gagarin (René Nuijens en Steve Korver). Ik betrap mezelf er nog steeds op dat ik af en toe het liedje neurie. Meet Jimmy was een voorproefje van de lange film die David-Jan Bronsgeest wil gaan maken – hij won dit jaar de Imagine Pitchwedstrijd.

In de tweede helft van het festival zag ik The Endless, de derde film van het regisseursduo Aaron Moorhead en Justin Benson (naderhand aanwezig voor een uitgebreide en sympathieke Q&A). Eerder maakten ze, met eveneens een klein budget, Resolution (2013) en Spring (2015) – ook al films over een hechte relatie tussen twee personen, die in een situatie terechtkomen waarin maar weinig is wat het lijkt. Ik vind hun films te gek, al zijn ze soms wat rafelig. In die wereld lijken de mogelijkheden eindeloos. Hun signature sfeer is dromerig, onheilspellend en er is van alles aan de hand, maar wát precies is niet altijd duidelijk. Tegelijkertijd hebben ze een haast nonchalante manier van vertellen. In The Endless spelen Moorhead en Benson twee broers die terugkeren naar de ‘UFO death cult’ waar ze zijn opgegroeid. Ze ontdekken dat er misschien meer waar is van de rare overtuigingen dan ze dachten.

In The Place (Paolo Genovese) zien we gedurende de hele film een man in een cafeetje, steeds aan hetzelfde tafeltje, praten met verschillende mensen. Al die mensen willen iets, en de man aan het tafeltje vertelt wat ze in ruil daarvoor moeten doen. Vaak zijn dat niet zulke beste dingen, of in elk geval dingen waar niemand het nut van inziet – aanvankelijk, tenminste. Als kijker leg je al gauw verbanden. Ik ging steeds vaker verzitten. Kwam dat doordat niet elke verhaallijn even sterk was, of omdat ik onwillekeurig het statische van de film wilde compenseren? Moeilijk te zeggen zonder er dieper op in te gaan, maar hoewel ik het gegeven zeker boeiend vond, verslapte mijn aandacht toch. Won dit jaar wel de Méliès d’argent voor beste Europese fantastische feature film.

Kick-Ass Women
Een van de themaprogramma’s dit jaar was Kick-Ass Women. Volgens Imagine ‘een viering van kick-ass filmmakers – zowel mannelijke als vrouwelijke –, kick-ass verhalen en, je raadt het al, kick-ass vrouwen’. Het voelde dubbel, want hoera voor sterke vrouwen, maar boeh voor het feit dat dit kennelijk nog steeds als iets bijzonders wordt gezien. Ook in het Kick-Ass Women Panel, onder leiding van filmjournalist Hedwig van Driel, kwam dit naar voren: als filmmaker wil je graag dat een festival jouw film selecteert vanwege de kwaliteit, niet omdat je toevallig zelf een vrouwelijke regisseur bent en daarom in een themaprogramma past. Bij het panel schoven regisseurs Issa López (Tigers Are Not Afraid) en Veronica Kedar (Family) aan, met Maryn Wilkinson, assistant professor Film Studies en gespecialiseerd in feministische filmtheorie. Het was een interessant gesprek, met een aandachtig publiek en rake observaties over de rol en representatie van vrouwen in film, zowel voor als achter de camera.

In de Masterclass Boekverfilmingen ging Imagine-programmeur Phil van Tongeren in gesprek met scenarist en regisseur Mick Garris, die een groot aantal verfilmingen van Stephen King op zijn naam heeft staan. De vraag was: ‘Hoe bewerk je het universum van de populairste horrorauteur aller tijden?’, maar de heren praatten vooral over Garris’ carrière, het regisseren van Critters 2 en Sleepwalkers, over zijn huidige project Nightmare Cinema en de vele filmmakers die hij de afgelopen tientallen jaren interviewde voor o.a. zijn podcast-serie Post Mortem. Een zeer vermakelijk gesprek; Garris was charismatisch, vriendelijk en praatgraag en na afloop nam hij ruim de tijd voor fans die in de gang klaarstonden met DVD-hoesjes en een stift.

Op mijn laatste dag draaide een film waar ik erg naar uitkeek: How To Talk To Girls At Parties (John Cameron Mitchell), gebaseerd op een kort verhaal van (persoonlijke held) Neil Gaiman. In dit verhaal crashen twee Britse punkers eind jaren 70 een feestje waar de hoofdpersoon een meisje ontmoet dat out of this world is. Het gaat over doen waar je zin in hebt maar ook niet weten wat je wilt, en over die fase in je leven waarin meisjes (cq. jongens) van een andere planeet lijken te komen. Dit is ook het uitgangspunt voor de film, waar scenarist Philippa Goslett met John Cameron Mitchell verder een compleet bonkers verhaal van heeft gemaakt. Mitchell kan dat, getuige zijn Hedwig and the Angry Inch (2001), maar de film raakte me halverwege een beetje kwijt. Het begint sterk, met opstandige tieners, een psychedelisch feest en een echte connectie tussen punker Enn (Alex Sharp) en alien Zan (Elle Fanning). Helaas wordt die connectie, de kracht van de film tussen al dat explosieve latex- en kleurgeweld, verdrongen door de aandacht voor een nieuw deel van de plot. En hoe leuk Nicole Kidman het duidelijk ook vond om fashionpunk Queen Boadicea te spelen, haar rol voegt zo weinig toe dat ze beter nóg wat minder screentime had kunnen krijgen. Alsof de film heel erg punk wil zijn, maar niet precies weet hoe dat het beste kan – misschien een beetje zoals Enn zelf. Maar: het is het één of het ander, je kunt niet beide laten twijfelen.

In Mom & Dad (Brian Taylor) mag Nicolas Cage precies datgene doen waar hij zo goed in is: losing his shit. Een home invasion-film die ouders jacht laat maken op hun bloedeigen kinderen. Verwacht achtervolgingen, een keur aan wapens (‘It’s a Sawzall, because it SAWS ALL!’) en een echt naar momentje met een kleerhanger. Naast Nic Cage houdt Selma Blair zich prima staande en er zit zelfs een adempauze met reflectie in, over het verlies van je jeugd en eigenheid als je simpelweg tot mom of dad wordt gereduceerd. Er wordt alleen niemand achter het behang geplakt, waar toen ikzelf klein was nogal eens mee werd gedreigd…

Tot slot een aantal onderdelen waar ik niet bij kon zijn: Salyut-7 (Klim Shipenko); ‘deels Gravity en deels Apollo 13’, aldus het Imagine programma. Deze Russische blockbuster eindigde maar liefst op plaats 3 in de publieksranglijst. Verder: Brawl in Cell Block 99 (S. Craig Zahler), een ‘snoeiharde gevangenisthriller’ met Vince Vaughn zoals je hem nog nooit zag; het Frankenstein Filmconcert, met muzikale begeleiding van Kevin Toma en live uitgevoerde geluidseffecten door foley artist Ronnie van der Veer; de live opname van de Schokkend Nieuws podcast over de huidige nostalgiegolf, en het Oost-Europese sprookje November (Rainer Sarnet), die gelukkig op 24 mei ook in Nederland in de bioscoop komt. Benieuwd of ik alle gemiste films kan inhalen voordat de volgende editie van Imagine voor de deur staat. Maar ik ben er in 2019 ongetwijfeld weer bij!

Mick Garris Interviews
Schokkend Nieuws Podcast 23
Site Imagine filmfestival

Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*