In deze rubriek raden filmliefhebbers een guilty pleasure, favoriet of nostalgische klassieker aan, en deze zal door een ander bekeken en besproken worden. Vanwege Halloween liet ik me door horrorkenner Henriëtte Poelman een horrorfilm aanraden om vandaag te bespreken. Ze kwam met een aantal titels, en in dat lijstje viel mijn oog op de Italiaanse film Dellamorte Dellamore met één van mijn favoriete acteurs: Rupert Everett. Over deze film had ik al meerdere malen zeer wisselende dingen gehoord. Sommigen vonden het een geniale trip, anderen een zeer vreemde rariteit.
“Hell, at a certain point in life, you realize you know more dead people than living.”
Henriette: Dellamorte Dellamore zag ik toen ik achttien was, met dank aan mijn toenmalige huisgenoot en zijn voorliefde voor wat meer obscure films. Het bracht van alles samen waar ik gevoelig voor was, zoals de prachtige, half vervallen begraafplaats, afgewisseld met zonnige, Italiaanse heuvels en een mooie, fatalistische held die rookte en moeilijk keek. Tel daarbij op een knekelhuis (alleen dat woord al!), zombies (waaronder tandenklapperende padvinderzombies, eentje die op de motor z’n graf uit komt scheuren en een liefhebbend zombiehoofd) smachtende seks en rood fluweel en kanten sluiers die dramatisch in de wind wapperen. Met andere woorden: gothiek met een vleugje giallo. De titel betekent letterlijk: ‘van de liefde, van de dood’, en Dellamorte Dellamore laat zien hoe dicht liefde en dood bij elkaar liggen en hoeveel passie ze oproepen; in beide kun je jezelf verliezen. Na al die jaren heb ik nog steeds een zwak voor Francesco Dellamorte, de bewaarder van de begraafplaats, die de namen van alle overledenen doorstreept in het lokale telefoonboek. Dat de wereld daarbuiten niet bestaat – daar denk ik nog elke keer aan als ik in de bergen een tunnel in rij.
Jan: In het kleine plaatsje Buffalora is Francesco Dellamorte de beheerder van de plaatselijke begraafplaats. Hij woont in een huis bij de begraafplaats met een igor-achtige grafdelver Gnaghi. De begraafplaats heeft een bijzonderheid, de daar begraven doden staan op uit de de dood. Francesco en Gnaghi gaan dan samen op jacht. Wanneer een prachtige weduwe de begrafenis van haar oude man bijwoont, valt Francesco als een blok voor haar. Op een dag laat hij het knekelhuis zien en dat blijkt voor deze dame een soort turn-on. Ze bedrijven de liefde bovenop het graf van haar overleden man. Uiteraard staat deze net op uit de dood en bijt haar. Na haar overlijden staat ze op uit de dood en Francesco schiet haar neer. De Dood verschijnt aan Francesco en geeft hem het advies niet de doden maar de levenden te gaan afschieten. De volgende dagen wordt Gnaghi verliefd op de dochter van de burgemeester, maar zij wordt onthoofd in een motorongeluk met haar vriend Claudio. Hij graaft haar tot leven gekomen hoofd vervolgens weer op. Francesco ontmoet twee vrouwen die lijken op zijn overleden liefde, maar zijn romance eindigt tragisch. Hij besluit om met Gnaghi Buffalora te verlaten.
Een synopsis schrijven van deze film is best pittig. Tijdens mijn eerste keer kijken was het soms pittig om chocola van dit alles te maken. De film lijkt heel veel dingen tegelijk te willen zijn: een campy zombiefilm, een persiflage, wraakfantasie, een commentaar op de maatschappij van Italië in de jaren ’90… Naar mate de film verloopt lijkt de wereld van de begraafplaats een stuk overzichtelijker en begrijpelijker dan de “echte” wereld waar niemand Francesco echt serieus neemt, ze maken vooral grappen over zijn vermeende impotentie. Die impotentie wil hij ineens omarmen als hij valt voor een vrouw die (waar haal je het vandaan) bang is voor penetratie. Maar na zijn behandeling blijkt de vrouw verkracht door haar werkgever en ook verlieft op haar verkrachter. Het zoveelste bewijs voor Francesco dat de buitenwereld fucked-up is. In dat licht is het advies van de dood een stuk minder absurd. Van de doden weet hij wat hij kan verwachten. Het zijn de levenden die Francesco’s wereld soms tot een hel maken.
Rupert Everett speelt veel van de film met een uitgestreken gezicht. De wereld van de begraafplaats is voor Francesco duidelijk een stuk minder absurd dan voor mij als kijker. Het is juist die buitenwereld die steeds abstracter lijkt te worden. Regisseur Michele Soavi werkte ooit voor de horrorlegende Dario Argento, en diens gory invloeden zijn aanwezig. Ook moest ik door de absurditeit van de film denken aan de eerste keer dat ik The Evil Dead zag. De film komt op me over als een freaky nachtmerrie. Op het moment dat je droomt gebeurt alles en onderga je het maar, je twijfelt niet aan de logica van alles. Als je wakker wordt en de droom evalueert merk je ineens hoe hak op de tak sommige zaken zijn geweest. Zo heb ik ook naar deze film zitten kijken.
Conclusie
Door wat op internet over deze film te lezen leerde ik dat de film is gebaseerd op een gelijknamige comic van Tiziano Sclavi, de geestelijk vader van Italiaanse comic karakter Dylan Dog. En Dylan Dog is weer gebaseerd op… Rupert Everett. Wat dat betreft is zijn casting in deze film zeer op zijn plaats. En ik ken weinig acteurs die deze rol met evenveel overgave hadden kunnen neerzetten. Ook al hebben wij als kijker soms even geen idee meer wat er nou allemaal gebeurd, Rupert lijkt het allemaal wel te weten. Zijn acteren bood me tijdens het kijken enig houvast. Hou je van cultklassiekers en vind je absurde WTF momenten in een horrorfilm belangrijker dan een coherent verhaal, dan is dit wellicht de film voor jou. Ik denk alleen wel dat de film het best tot zijn recht komt in een woonkamer met een aantal vrienden en wellicht een biertje erbij.
Be the first to comment