Fast & Furious Presents: Hobbs & Shaw

Ooit was er een film over een politie-infiltratie in de wereld van Straatracers. Het was een vermakelijke Point Break rip-off en bleek de start van een voorspelbare maar ook succesvolle franchise. En terwijl men al aan deel 9 van de serie werkte was het kennelijk nog niet genoeg. Ergens halverwege deze filmcyclus waren acteurs Dwayne Johnson en Jason Statham aan boord gekomen. Populaire karakters, maar niet vanaf het begin onderdeel van de “familie“; stiefkinderen als het ware. Ideale karakters voor een spin-off.

“Look at me. I’m Black Superman!”

Brixton Lorr (Idris Alba) is een cybernetisch verbeterde vechtmachine met bovenmenselijke kracht, en jaagt op een geheimzinnig virus dat de helft van de wereldbevolking zou kunnen vernietigen. Diverse geheime diensten maken zich zorgen en besluiten hun beste mannen op de zaak te zetten. Het is nu aan krachtpatser Luke Hobbs (Dwayne Johnson) en ongeleid projectiel Deckard Shaw (Jason Statham) om hun vete opzij te zetten en samen te werken. Ondertussen is het virus in de handen van de voortvluchtige MI-6 agente Hattie (Vanessa Kirby). In een poging om het virus uit handen van Lorr te houden heeft ze zichzelf ermee besmet. Ze heeft nu 48 uur om het virus veilig te laten verwijderen uit haar lichaam.

Deze film moest het in de promotie hebben van twee zaken. Het idee dat Statham en Johnson al ruziënd vooral niet proberen samen te werken, en vette actie. En beide elementen komen wisselend uit de verf. De acteurs zijn inmiddels veteranen in dit genre en weten hoe ze in actiescènes overeind blijven. Minder vlot zijn de grappig bedoelde ruziedialogen die vooral niet echt grappig of spitsvondig zijn. Johnson krijgt vooral veel te horen dat hij groot en lomp is, en Statham dat hij klein en Brits is. Elke keer als de twee een poging doen om gevat en ad rem over te komen slaan de dialogen een beetje dood. Vergelijk dat eens met bijvoorbeeld Snatch (niet toevallig ook met Statham) of een gemiddelde film met Ryan Reynolds (die in deze film een leuke cameo heeft), en je weet als kijker dat het zoveel beter kan.

De actie ziet er prima uit. De kleuren zijn vet, de dramatische slow-motions worden strategisch ingezet, en de vechtpartijen zijn prima. Het probleem is een beetje dat de film erg last heeft van het feit dat de karakters in principe bijna alles lijken te kunnen. Nou vroeg de Fast & Furious serie vaak al een flink stukje suspense of disbelief, maar hier gaat het zover dat het niet echt spannend wil worden. Al rijdende twee kettingen met een vergrendelsysteem op de millimeter nauwkeurig om de assen van een achtervolgende auto gooien? No problem. Met je arm een wegvliegende helikopter tegenhouden? Uiteraard. Een speciale motor die als een soort Transformer vervormt als je tijdens een achtervolging door onmogelijke hoekjes moet? Eitje. Steeds als het spannend kan worden toveren regie en schrijvers een fysiek onmogelijke oplossing uit de hoed, daarmee de spanning wegnemend.

Conclusie
Hobbs & Shaw is vooral leuk als je een enorme fan bent van de hersenloze actie uit de Fast & Furious. De films zijn een behoorlijk eind weg komen te staan van het oorspronkelijke uitgangspunt, straatracers, maar dat lijkt de fanbase niet te boeien. Actieliefhebbers zouden wellicht wat kritischer kunnen zijn op het feit dat de actie nooit spannend lijkt te worden. Ik merkte in elk geval halverwege de film dat ik me een beetje zat te vervelen, en dat zou bij zo’n potentie aan adrenaline en met zo’n cast toch niet mogen gebeuren. Dit maakt Hobbs & Shaw vooral een beperkt houdbaar tussendoortje.

Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*