J’Accuse (An Officer and a Spy)

Als Geschiedenisdocent valt het me op dat veel leerlingen vaak het idee hebben dat antisemitisme iets was van Nazi-Duitsland. De geschiedenis zit echter vol met voorbeelden van Jodenhaat, het ene voorbeeld nog vreselijker dan het ander. De Dreyfus affaire is daar een stuitend voorbeeld van. Deze misdadige gerechtelijke “dwaling” trok mijn aandacht als kind al, het idee dat een man jarenlang onschuldig op Duivelseiland vastzat omdat hij Joods (en dus een makkelijke zondebok) was fascineerde me en leerde me gelijk hoe ver mensen soms durven gaan om fouten te verbergen.

“Since they dared, I too will dare. The truth I will say.”

Georges Picquart (Jean Dujardin) ziet in 1894 toe hoe één van zijn voormalige ondergeschikten, legerkapitein Alfred Dreyfus (Louis Garrel), oneervol wordt gedegradeerd na schuldig te zijn bevonden aan spionage. Het belangrijkste bewijs is een onderschept document van de Duitse Ambassade. Het handschrift op dat document zou overeenkomen met dat van Dreyfus. Een echte openbare rechtszaak blijft uit, alles word via de krijgsraad geregeld, en Dreyfus wordt afgevoerd naar Duivelseiland. Picquart is naar eigen zeggen geen fan van joden, maar wel een man van eer. Als hij onrechtmatigheden in de zaak ontdekt gaat hij op onderzoek uit. Al snel komt hij tot de conclusie dat Dreyfus onschuldig is. Zijn pogingen om de zaak recht te zetten stuiten echter op weerstand bij zijn meerderen.

Sinds regisseur Roman Polanski Amerika ontvluchte, na schuld te hebben bekend aan seks met een minderjarige,  is hij op zijn zachtst gezegd een controversiële figuur. Desondanks wist hij met wisselend succes nog steeds films te maken. Sinds #Metoo is de discussie rond zijn persoon in alle hevigheid weer opgelaaid. J’Accuse kreeg een screening tijdens de filmfestivals van Cannes en Venetië. De nominaties die de film daar in de wacht wist te slepen zorgden voor veel oproer. Boze tongen beweerden dat Polanski de Dreyfus affaire gebruikte om een parallel te trekken met zijn eigen situatie. Door de coronacrisis lijkt een bioscooprelease er niet in te zitten, ik zag deze film via Pathe Thuis.

De film is ontegenzeggelijk ambachtelijk gemaakt. Mooie stijlvolle shots, geweldige kostuums en fraaie decors zijn een lust voor het oog. Polanski houdt de energie en het tempo laag, soms zodanig dat je als kijker de aandacht soms dreigt te verliezen. De straten van Parijs lijken overdag wel verlaten, Picquart staat soms letterlijk en figuurlijk alleen in zijn zoektocht naar de waarheid. De film springt af en toe een beetje door heden en verleden heen, maar geeft verder een vakkundige, ietwat droge weergave van het Dreyfus schandaal. De angel van de film zit hem echter in de hoofdpersoon. Het zou zo fijn zijn als iedereen schuldig aan antisemitisme eenvoudigweg enorm nare mensen waren. Maar ook een Picquart, in de film toch neergezet als man van eer, knippert niet eens met zijn ogen als hij ronduit toegeeft het niet op joden te hebben. Het laat zien hoe geïnstitutionaliseerd Jodenhaat eigenlijk was in het Europa van eind 19e eeuw.  Recente gebeurtenissen in onze eigen samenleving laten zien dat dit voor sommigen nog steeds het geval is.

Conclusie
J’Accuse is zonder meer een onderhoudende geschiedenisvertelling geworden. De film oogt in zijn manier van vertellen wellicht ietwat ouderwets, Polanski slaagt er niet in de kijker tijdens de film echt te verrassen, zelfs als je niet bekend was met de hele affaire. De controverse rond de regisseur helpt de film niet, veel distributeurs laten de film nu links liggen, en de coronacrisis is een extra nagel aan de doodskist van deze productie. Jammer, want de film ziet er verder voortreffelijk uit en nodigt een geschiedenisliefhebber als mij zeker uit weer verder in de materie te duiken.

Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*