Door de jaren heen zijn bijna alle Harry Potter films op deze site besproken, behalve de eerste twee. Dat voelt ergens toch een beetje onaf. Omdat ik in deze tijden nog niet heel veel naar de bios ga is het wellicht een goed moment om die omissie in te halen. Na het enorme succes van de eerste delen in J.K. Rowlings boekenserie bracht men in 2001 de eerste film uit. Het begin van een serie films die vele records zouden breken. Onlangs brak deze eerste film de grens van 1 miljard aan revenuen door een tijdelijke release in China.
“You’re a wizard, Harry!”
Harry Potter (Daniel Radcliffe) is een eenzame jongen. Nadat hij als baby zijn ouders verloor werd hij opgevoed door zijn naaste familie: de vreselijke Dursley’s. Zijn oom, tante en neef behandelen hem als een minderwaardige huissloof, en het leven ziet er niet bepaald rooskleurig uit. Dat verandert als Harry een brief krijgt van een mysterieuze Tovenaarsschool. Harry’s ouders bleken tovenaars, vermoord door de kwaadaardigste tovenaar uit de geschiedenis: Voldemort. Op deze school krijgt Harry in Ron (Rupert Grint) en Hermione (Emma Watson) niet alleen de beste vrienden van de wereld: hij leert ook dat tovenaar zijn meer is dan een beetje met je staf wapperen. Ondertussen hebben duistere machten hun zinnen gezet op een geheim artefact dat diep in de school verborgen ligt.
De makers van de film hadden een belangrijke taak: een groep kinderen casten waarmee ze zeven (uiteindelijk zelfs acht) films moesten gaan maken, en die voor de ogen van het publiek zouden opgroeien. Kindacteurs casten is het lastigste wat er is, je weet nooit hoe talenten, voorkeuren en toekomstidealen zich gaan ontwikkelen. Met Radcliffe, Grint en Watson schoten de makers in de roos. De drie belichamen niet alleen hun literaire evenbeelden, ze bleven ook nog eens ruim tien jaar lang het hart en ziel van de serie. Een serie die verder vergeven is van de bekendste namen uit de Britse filmgeschiedenis. Alleen in deze film al: Richard Harris, John Cleese, Robbie Coltrane, Maggie Smith, John Hurt, Julie Walters en natuurlijk Alan Rickman als de iconische professor Snape.
De regie was in handen van Chris Columbus (Home Alone, Mrs. Doubtfire), en daar was door de jaren heen nogal wat over te doen. Velen verweten hem teveel op safe te spelen, en slaafs het boek te verfilmen in een soort Disney-achtige setting. Daarmee doe je deze eerste film echter geen recht. Columbus zette de toon voor een serie die door de jaren heen, naarmate de acteurs ouder werden en het kwaad dreigender aanwezig werd, steeds ietsje donkerder werd. Maar hier staan we aan het begin van Harry’s leven als tovenaar, en de wereld is terecht kleurig, vrolijk en vol ontdekking.
Tovenaarsschool Hogwarts ziet er prachtig uit. Er zijn wel enkele dingen die de school in een kwaad daglicht zetten. Harry, Ron en Hermione krijgen behoorlijk wat straf omdat ze een keertje ‘s nachts tegen de regels uit bed zijn. Niet alleen kost het ze bijna een half jaar aan punten (er is een soort schoolcup waar leerlingen punten kunnen verdienen door goed gedrag). Ze moeten ook nog eens het levensgevaarlijke verboden bos in. Een school die zijn leerlingen dermate hard straft… Het hield generaties kinderen echter niet tegen openlijk te fantaseren over de dag dat hun Hogwarts uitnodiging zou binnenkomen.
Conclusie
Bijna 20 jaar later is de eerste Harry Potter film nog steeds erg leuk om te kijken, niet alleen voor kinderen, maar ook voor nostalgische volwassenen. Sure, het is merkbaar dat de jonge acteurs nog aan het begin van hun ontwikkeling staan, maar de chemie die de films zou kenmerken is al wel aanwezig. De casting van de meeste rollen is spot-on (Harris blijft voor mij een betere Dumbledore dan opvolger Michael Gambon). De film belichaamd het avontuur en de jeugdige spirit die de meeste Steven Spielberg films uit de jaren ’80 zo’n feest maakten. En dat is toch geen heel nare vergelijking lijkt me.
Be the first to comment