Historicus Jeroen Vandommele is conservator van namiddeleeuwse handschriften in de Koninklijke Bibliotheek. Hij heeft een liefde voor verhalen, theater en voor Lovecraft. Een hang naar duistere verhalen, dingen met tentakels en zaken die tot waanzin drijven; het verbaasde me dat Jeroen The Thing (1982) nog nooit had gezien.
“De namen Kurt Russell en Ennio Morricone komen in beeld. ‘Dat kan toch niet fout gaan,’ knikt Jeroen tevreden.”
Het scenario van John Carpenters The Thing is gebaseerd op een kort verhaal van John W. Campbell. De schrijver stond lang aan het roer van het sciencefictiontijdschrift Astounding Science Fiction, waarin hij ook eerste verhalen publiceerde van onder andere Robert Heinlein. Campbells verhaal Who Goes There? werd in 1951 al verfilmd als The Thing From Another World. De film werd goed ontvangen en door Time Magazine uitgeroepen tot beste sciencefictionfilm van de jaren vijftig. The Thing was in 1982 daarentegen niet zo’n groot succes. Recensenten en het grote publiek vonden hem te gruwelijk, te grimmig. Carpenter zelf schijnt ook getwijfeld te hebben of het niet te naargeestig was, maar editor Todd Ramsay moedigde hem aan: ‘You have to embrace the darkness. That’s where this movie is. In the darkness.’ Via video en televisie kreeg The Thing alsnog een enorme schare fans en de film prijkt nu steevast hoog op lijstjes met horrorfavorieten. The Thing van Matthijs van Heijningen Jr. (2011) werd ook niet bijster positief ontvangen, maar het is onwaarschijnlijk dat de waardering voor die film later net zo bijtrekt. De prequel/remake was een aardig idee, maar het was vooral meer van iets dat nooit meer had hoeven worden. John Carpenter’s The Thing is duister, ijskoud en ontzettend herkijkbaar. En past naadloos in 2020: ‘Nobody trusts anybody now. And we’re all very tired.’
Het verhaal
Bij een Amerikaanse onderzoeksbasis op de Zuidpool duikt een helikopter op. De Noorse bemanning probeert een vluchtende hond neer te schieten, maar de Amerikanen komen er niet achter waarom. Als piloot R.J. McReady (Kurt Russell) en Dr. Copper (Richard Dysart) vervolgens een kijkje nemen in de Noorse basis verderop, vinden ze in plaats van levende collega’s de verbrande resten van een onmenselijk wezen. Ze nemen het mee om te onderzoeken – wat ze natuurlijk beter niet hadden kunnen doen. Het wezen blijkt de gedaante aan te kunnen nemen van andere levensvormen en al snel wordt duidelijk dat een (of meer) van de gestrande mannen wel eens niet meer menselijk zou kunnen zijn. Angst en achterdocht nemen snel toe. Hoe maak je een perfect verstopte alien dood, en wie is er nog te vertrouwen?
Jeroen, waarom heb je The Thing (1982) nog nooit gezien?
‘Heel lang wist ik niet dat The Thing er één was om te moeten zien. Rond mijn twintigste had ik een fase dat ik veel van dit soort films keek. Ik was toen erg enthousiast over In the Mouth of Madness, ook van Carpenter. The Thing stond dus wel op mijn radar, net als The Fly, maar toen werd ik student-af en was het te laat.’ Jeroen lacht: ‘Ik bedoel, vooral als je student bent kijk je veel nieuwe films die anderen je dringend aanraden, en om me heen keken mensen zulke films niet echt.’
Waarom wil je de film nu toch zien?
‘Ha, door jouw vraag ging ik nadenken, en ik heb The Thing én The Fly nog steeds niet gezien. Maar het is niet dat ik The Thing alleen wíl zien, als Lovecraft-fan vind ik dat ik ‘em ook echt móet zien.’ Op de bank zit ook Jeroens wederhelft Karin. Vanachter haar boek: ‘Ik hoef ‘m niet per se te zien, want ik denk niet dat ik ‘m leuk vind, maar ik blijf wel zitten lezen, okee?’
Wat verwacht je van de film?
‘Ik weet dat het zich afspeelt op de noordpool. Of de zuidpool. De suspense zal fel zijn, met veel wantrouwen en geheimzinnigheid, maar ‘the thing’ zie je vast niet vaak. Zoals Alien, met een monster en een kleine crew – hoe lang kan het goed blijven gaan? Het hoeft niet altijd bloed en guts te zijn. Ik verwacht meer spanning dan gruwel, en het is psychologisch vast heel akelig. Maar ik verwacht dat als het dan tóch gruwelijk is, dat het wel écht gruwelijk is. Ah, en ik denk geschmier van een stoerkijkende Kurt Russell! Ergens hoop ik een beetje Snake Plissken te zien, mijn grote held.’
The Thing: 109 minuten
De namen Kurt Russell en Ennio Morricone komen in beeld. ‘Dat kan toch niet fout gaan,’ knikt Jeroen tevreden. Dan: John Carpenter’s THE THING. ‘Zo goed! Kijk, deze is van mij, zegt hij direct. Je kunt zeggen wat je wilt, maar Carpenter maakt wel altijd een statement.’
Door een sneeuwlandschap rent een hond, gevolgd door een helikopter. Een man haalt een geweer tevoorschijn. ‘Hey!’ roept Jeroen, en gaat rechtop zitten. ‘Waarom schieten ze op die hond? Schieten ze koekjes?’ (Karin: ‘Uit verveling!’) ‘Ah wacht, die hond heeft natuurlijk die alien, de thing, bij zich.’ Jeroen blijkt een ster te zijn in precies uitroepen wat er een moment later op het scherm gebeurt. Karin verbaast zich over hoe weinig clichés de film bevat, en Jeroen vraagt zich af of Kurt Russell die rare hoed draagt omdat John Carpenter er op stond, of dat hij ‘m zelf per se op wilde.
Jeroen leeft hardop mee met de spanning en met de nog steeds te gekke special effects, zoals bloed dat bevriest terwijl het uit een wond loopt, het halve monster in de sneeuw en natuurlijk de kennelscène. Als de dokter met armen en al wordt gepakt door een wijdopenzwaaiende borstkas, lacht Jeroen hardop. Bij het hoofd dat op de grond terecht komt, voorspelt hij als rechtgeaarde Lovecraftiaan: ‘Ho, daar komen pootjes aan, hij ontsnapt zo!’ en als het wegtrippelt: ‘Haha, fantastisch!’
De beklemming groeit en de mannen kijken elkaar wantrouwend aan. De camera glijdt langs alle gezichten, met voorin een dreiging die de personages achterin het shot niet zien. ‘Zo goed gefilmd! En slim, die bloedtest.’ Dan toch een schrikmoment dat Jeroen niet zag aankomen: ‘Oh, de gruwel!’, lacht hij, ‘Dat had ik niet verwacht.’ Jeroen veert op als er dynamiet in het spel komt: ‘Ha, een Snake Plissken-moment!’ En: ‘Catch this’ – ‘well fuck you too!’ Het spaceship dat Blair bouwt zag hij ook niet aankomen, maar vind Jeroen dan wel weer een beetje jammer. ‘En ik dacht echt dat Nauls het was!’
Conclusie
‘Zo cool! De film staat na bijna veertig jaar nog steeds. En je kunt ‘m inderdaad vergelijken met Alien: de spanning van een besloten locatie met een kleine crew, geen buitenwereld, langzaam gaat iedereen er aan en je vereenzelvigt je met één personage – hoewel je in Alien naast Ripley ook Kane had. Maar hier wordt je ook op een andere manier voortdurend in spanning gehouden: kun je wel iemand vertrouwen? Ook McReady kan infected zijn, je weet het niet!
Qua monster is The Thing veel sterker dan Alien. Daar is er één tastbaar wezen, maar er zijn regels, terwijl je hier de regels niet begrijpt. Zelfs het bloed leeft! Als kijker zit je dus continu in spanning omdat, als er al regels zijn, die ook zomaar niet meer kunnen gelden.’
‘Ik vind het ook een erg Lovecraftiaans verhaal. Wantrouwen en waanzin die steeds verder om zich heen grijpen, een onverklaarbare gebeurtenis zonder dat je weet wat erachter zit – dat is typisch voor cosmic horror, er is geen reden, en de personages weten ook niet wat ze er tegen kunnen doen. En leuk dat je ook als kijker niet weet waar de alien vandaan komt, want dat maakt niet uit; het gaat niet over de alien, het gaat over de mensen, en over pure vernietiging.’
Was het wat je had verwacht?
‘Ik had al veel over de film gehoord natuurlijk, en dat de ‘thing’ verschillende gedaantes kon hebben. Maar dat het zó goor en gory was wist ik niet, dat is een leuke verrassing. De film duurde iets van anderhalf uur? Meer heb je ook niet nodig, heerlijk! Ook een mooi laatste beeld van de Amerikaanse basis, die de Noorse basis in het begin spiegelt. Heel strak uitgevoerd. Alleen de big bad op het einde was niet nodig geweest, vind ik. En ik had ook voorspeld dat Karin inderdaad op een gegeven moment weg zou lopen! Maar de sfeer is ook wel erg naargeestig.’
Zou je de The Thing nog een keer willen zien?
‘Ja! Niet meteen, maar deze komt zeker in mijn top 10 beste horror/sciencefiction die ik in m’n collectie wil hebben. Het is gewoon een heel goeie film!’
Be the first to comment