Naar de Bios gaan blijft lastig momenteel. En dus krijgen films die verschijnen op streamingdiensten nu extra veel kans om te shinen. Hierdoor kijk ik af en toe films die anders compleet aan me voorbij waren gegaan. Dat was waarschijnlijk ook het lot van deze Ron Howard film geweest. Op een rustige donderdagavond zag mijn vriendin de trailer op Netflix voorbij komen en besloten we deze boekverfilming een kansje te geven.
“Whatever better life my grandparents had chased up Route 23, they never caught it.”
J.D. (Gabriel Basso) heeft hard geknokt om iets van zichzelf te maken. Tijdens een netwerk bijeenkomst hoopt hij een betaalde stageplek te scoren om zo zijn studie aan Yale te kunnen bekostigen. Maar dan belt zijn zus Lindsay met de mededeling dat zijn moeder Bev (Amy Adams) een overdosis heeft gehad. J.D. moet nu kiezen tussen zijn familie steunen of aan zijn toekomst denken. Hij besluit toch een autorit van 10 uur te maken om zijn zus en moeder bij te staan. Normaliter lijkt kiezen voor je familie een moreel juiste keuze, maar via flashbacks leren we hoe J.D. opgroeide in een familie waar armoede, drugsgebruik en huiselijk geweld de toon zetten, en waarin kansen op een betere toekomst soms vakkundig om zeep werden geholpen. De centrale vraag is dan ook: hoe lang gaat familie voor alles, en wanneer mag je voor jezelf kiezen?
Deze productie is gebaseerd op de memoires van de mij verder onbekende J.D. Vance. Howard en Vance reflecteren op de maakbaarheid van de Amerikaanse droom. J.D. Vance is een republikeinse schrijver en ondernemer die met zijn boek kritiek uit op de sociale zorg en het in stand houden van de sociale status van groeperingen. Terwijl hij als arme tiener hard moest werken om genoeg geld te verdienen voor zijn studie zag hij diverse mensen profiteren van uitkeringen en er de kantjes vanaf te lopen. Het boek stelt de vraag of de Hillbilly cultuur niet een soort excuus is voor veel mensen om de eigen verantwoordelijkheid uit de weg te gaan. Om zijn punt te ondersteunen put hij vooral uit zijn eigen levensverhaal. Juist in deze verkiezingstijden zal dit er bij veel conservatieve kiezers ingaan als koek. Ik was als meer linkse kiezer dan ook erg benieuwd of Ron Howard een politiek scherpe film zou gaan maken.
De film volgt twee tijdlijnen. We zien de jonge J.D. opgroeien met zijn zus en moeder Bev. Met Bev gaat het steeds slechter. Ze heeft verschillende relaties die op niets uitlopen, is emotioneel instabiel en verliest zichzelf in de drugs. J.D. is hiervan de dupe, maar blijft ook na meerdere incidenten loyaal aan zijn moeder. Ook al ligt de familie overhoop, je valt elkaar niet openlijk af. Dit familiecredo is er door J.D.’s oma Mamaw (Glenn Close) ingegoten. Bev heeft te leiden gehad onder de ruzies van haar ouders en voor J.D. lijkt hetzelfde lot te wachten. Het wordt steeds duidelijker dat Bev geen stabiele opvoeding te bieden heeft. Mamaw besluit haar verantwoordelijkheid te pakken en neemt J.D. in huis. In de andere tijdlijn zien we hoe J.D. met tegenzin terugkeert naar zijn familie om zijn moeder op te halen uit het ziekenhuis.
In plaats van te reflecteren op de politiek economische aspecten van het boek zet Ron Howard het familiedrama meer op de voorgrond. De film is vooral een reflectie op het belang van familiebanden en hoe die mensen kunnen helpen maar ook tegenhouden in het leven. Natuurlijk zien we hoe J.D. uiteindelijk zijn verantwoordelijkheden pakt en het beste van zichzelf probeert te maken. We zien kleine voorbeelden van leeftijdgenoten om hem heen die wegzakken in een slacker-leefstijl en een slechte invloed hadden kunnen zijn. Iedereen lijkt wel eens in een afkickcentrum te hebben gezeten of kent op zijn minst iemand die met verslaving worstelt. De shock zit hem vooral in de alledaagsheid van deze feiten voor de personages. Niemand lijkt zich er echt druk over te maken. Doordat J.D. zich hier tegen af wil zetten krijgt hij veel weerstand van zijn omgeving, zijn moeder noemt hem patserig studentje die zijn afkomst verloochend. Maar waar het boek blijft hameren op eigen verantwoordelijkheid is de film ergens ook een stuk milder. Het roept bij mij de vraag op wat de schrijver zelf van de film vond.
Conclusie:
Ik was benieuwd wat de meer liberale Howard van dit conservatieve boek ging maken. Het levert een interessant familiedrama op dat slechts de sociaal economische kantjes aanstipt, maar er nooit al te diep induikt. Glen Close zet een knappe rol neer als mater familias. Soms vergeten we weer even wat voor fenomenaal actrice ze is. Wat mij betreft staat ze op één hoogte met Meryl Streep. Amy Adams is natuurlijk de koningin van de niet verzilverde oscarnominaties. Ook hier laat ze sterk spel zien, maar helaas blijft haar karakter te één dimensionaal om echt te schitteren. Hillbilly Elegy is nu een prima film, met iets meer rauwheid en durf was het een topper geworden. Desondanks is de film alleen al door Glenn Close het aanzien meer dan waard.
Be the first to comment