Toen Netflix aankondigde dit hele jaar elke week een film uit te brengen had ik gemengde gevoelens. Nog niet zo lang geleden zag ik de Netflix-Film Outside the Wire, en dat maakte me niet direct enthousiast over de geboden kwaliteit. Toen wees een enthousiaste recensie in de Volkskrant me op de film The Dig, een archeologie-film die niet eens over Indiana Jones gaat, maar over een echte archeologische vondst. Een film over geschiedenis in al zijn facetten.
“Mark my words May. I won’t receive any credit. I won’t even be a footnote.”
We schrijven Engeland, 1938. Terwijl iedereen in het land vooral bezig is met de dreiging van een tweede wereldoorlog accepteert Basil Brown (Ralph Fiennes) een archeologisch klusje. Op het land van weduwe Edith Pretty (Carey Mulligan) bevinden zich enkele zeer oude grafheuvels, en Edith vermoed dat er iets van archeologische waarde te vinden kan zijn. De lokale musea nemen haar niet serieus en zouden liever zien dat Basil zijn tijd aan andere opgravingen besteedt. Basil deelt echter in groeiende mate het gevoel dat ze iets bijzonders gaan vinden en besluit het project voort te zetten. Al snel stuit hij op iets dat nationale interesse kan rekenen. Maar krijgt hij wel de krediet dat hij verdient?
The Dig handelt om de sensationele vondst te Sutton Hoo van een onaangetast scheepsgraf uit de 6e en 7e eeuw. De twee hoofdrolspelers zijn beiden gefascineerd door opgravingen. Heden, verleden, vergankelijkheid en nalatenschap vormen de rode draad in deze film en brengt Basil en Edith nader tot elkaar. Niet in romantische zin, maar in hun gezamenlijke nieuwsgierigheid. Fiennes en Mulligan krijgen de kans twee geloofwaardige mensen neer te zetten die je als kijker gaandeweg steeds beter gaat snappen. Edith leidt aan een ziekte die over een paar jaar onherroepelijk tot haar einde zal leiden. Basil is een kundige selfmade archeoloog wiens werk altijd in dienst staat van anderen. Verdwijnen hun namen in de geschiedenis, of worden ze door deze vondst er deel van?
Het tempo van de film is kabbelend. Het ene moment springen we een paar dagen vooruit, om vervolgens weer rustig te kijken naar de personages en hun beslommeringen. Zodra de opgraving meer aandacht krijgt sturen de musea grote namen om de vondst op te eisen. Iedereen lijkt een deel te willen worden van deze vondst. Dat levert het enige minpuntje van de film op. Basil moet een stap terug doen, een historische ontdekking van nationaal belang heeft volgens de overheid een grotere naam nodig om het project te leiden. De arrogantie van enkele nieuwkomers wordt er een beetje te dik opgelegd.
Onder de nieuwkomers bevindt zich de meer bescheiden Peggy Piggot (Lily James), die samen met haar man Stuart komt helpen. Haar man is echter voornamelijk geïnteresseerd in andere mannen, en Peggy voelt zich professioneel en persoonlijk tekort gedaan. Haar plotlijntje is voornamelijk aanwezig om een romantisch subpoltje in de film te proppen, want Peggy ontmoet vervolgens de aantrekkelijke neef van Edith: Rory. The Dig is grotendeels gebaseerd op waargebeurde feiten. Dit verzonnen plotje (Rory is een niet bestaand personage) is niet alleen onnodig, de bijdrage van de historische real-life Peggy was op zich al interessant genoeg.
Conclusie
Mijn mening over veel Netflix producties was dat het meestal ging om vluchtige films zonder enige urgentie. Dit gaat bij the Dig niet op. We zien hier het verleden wordt opgegraven aan de vooravond van een historische nieuwe gebeurtenis: een nieuwe wereldoorlog. Fiennes en Mulligan maken van Basil en Edith personages van vlees en bloed, en zetten subtiel geloofwaardige rollen neer. Verder laat de film zien dat niet elke vijf minuten iets spannends hoeft te gebeuren om de kijkers geïnteresseerd te houden in een film over een archeologische vondst. Dit toont niet alleen vertrouwen in het project, maar ook in de kijker.
Be the first to comment