In de jaren 80 is een enorme bron van nostalgie voor mij. Ik groeide op in een soort woongroep in Drenthe, maar bezoekjes aan Amsterdam en Den Haag kwamen regelmatig voor. De muziek, de cultuur, de politiek, alles maakte destijds indruk op me. Als kind groeide ik op met familieleden en kennissen in de gay community, en hoewel nog te jong om zaken ten volle te begrijpen merkte ik vaak wel aan dorpsgenoten dat dit voor velen nog niet een geaccepteerd gegeven was.
“Do you seriously think there’s an illness that only kills gay men? It can calculate that you’re gay and kill you but no one else?”
Ritchie (Olly Alexander) verlaat het ouderlijk huis op Isle of Man om te gaan studeren in Londen. Hij is nog niet uit de kast tegenover zijn ouders, en ervaart het leven in de grote stad als een bevrijding. Hij ontmoet Jill (Lydia West) die hem stimuleert acteur te worden. Colin (Callum Scott Howells) trekt ook naar Londen en wil kleermaker worden bij een prestigieuze kledingwinkel. Roscoe (Omari Douglas) ontvlucht het ouderlijk huis als zijn familieleden hem vanwege zijn homoseksualiteit naar Nigeria dreigen te sturen. Samen met Ash (Nathaniel Curtis) vormen deze jongeren een hechte woon- en vriendengroep en genieten van hun vrijheden. Met grootse plannen voor de toekomst ziet alles er positief uit. Maar over de feestelijke stemming schuift langzaam een donkere wolk als een geheimzinnige ziekte steeds vaker slachtoffers lijkt te maken.
Over de opkomst van AIDS een serie vol hoop en liefde maken lijkt een behoorlijk pittige opgave. It’s a Sin slaagt daar glorieus in. De serie neemt je effectief mee in de levens van de jongeren. Men neemt de tijd om iedereen te introduceren, en je krijgt een goede indruk bij wat het betekende om in die tijd naar familie en vrienden wel of niet uit de kast te komen. Misschien is het omdat we tegenwoordig er meer ervaring mee hebben, maar het is opvallend hoe vaak mensen in die tijd niet doorhadden of wilden hebben dat iemand Gay was. Ritchie, een vrolijke en ietwat naïeve jongen is overduidelijk gay, maar zijn conservatieve ouders lijken dit niet door te hebben. Vader brengt hem naar Londen en geeft hem onderweg een pakje condooms zodat hij geen meisjes zwanger zal maken. Ritchie lacht hierom en gooit het pakje even later weg, hij zal het niet nodig hebben toch?
Al snel vormen Ritchie en zijn vrienden een hechte woongroep die ook de meer introverte Colin het gevoel geeft deel te zijn van iets geweldigs. De serie gebruikt heel slim de muziek uit die tijd om je als kijker mee te slepen in een geweldige roes. Colin ontmoet de oudere collega Coltrane die zich als een soort mentor opwerpt en hem de eerste duwtjes geeft om uit de kast te durven komen. Coltrane is een heerlijke bijrol voor Neil Patrick Harris. Hij steelt de show in de eerste episode, maar al snel slaat de stemming om als Coltrane’s partner last krijgt van een vreemde aandoening.
Terwijl de vrienden genieten van hun leven zien we HIV steeds meer om zich heen grijpen. De serie laat zien hoe afgrijselijk het lot van de eerste zieken was. Niemand wist precies waar ze mee te maken hadden en de angst was groot. in Ziekenhuizen werden slachtoffers geïsoleerd, opgesloten en teerden soms letterlijk weg in eenzaamheid. Schaamte en onwetendheid zorgden ervoor dat de ziekte vaak geheim werd gehouden. Maar naarmate meer mensen slachtoffer werden viel steeds moeilijker te ontkennen dat er iets vreselijks aan de hand was. Het is voor veel jongeren van nu niet meer voor te stellen, maar de angst voor HIV zat er goed in. Bovendien wezen de autoriteiten en het grote publiek al snel met de beschuldigende vinger naar de gay community aangezien vooral daar de slachtoffers leken te vallen. Sommigen begonnen zelfs te beweren dat de ziekte het resultaat was van een in hun ogen zondige levensstijl.
Kan een serie genadeloos en tegelijk vol empathie zijn? Het is een dunne scheidslijn waarover It’s a Sin bewonderingswaardig heen en weer beweegt. In die tijd was AIDS bijna op zeker het begin van het einde voor diegene die het kreeg, en we maken als kijker het proces waar slachtoffers en naastten doorheen gaan van nabij mee. En dat is lang niet altijd makkelijk, zeker omdat we van de meeste karakters een beetje zijn gaan houden. De serie heeft verder het lef om zijn karakters niet als perfecte jonge slachtoffers neer te zetten. De vrienden maken soms onverstandige beslissingen uit naïviteit. Er is zelfs een bekentenis in de laatste episode die behoorlijk te veroordelen valt. De serie daagt de kijker echter uit niet in een gemakkelijke veroordeling te schieten. In episode twee zien we hoe de schotse ouders van een aidsslachtoffer aanvankelijk boos en vol onbegrip reageren. Ze schamen zich vooral voor de geaardheid en de ziekte van hun zoon. Maar we zien ook verdriet en pijn.
Conclusie:
De muziek is in deze serie niet alleen een nostalgische trip, het is ook een handig wapen dat de makers effectief inzetten. De liedjes zijn op vele manieren veelzeggend. Soms creëren ze een enorm contrast met de emoties die we op het scherm zien. Dat contrast symboliseert ook de vrolijkheid van de gayscene en het drama dat zich achter de schermen afspeelde en steeds meer naar de voorgrond trad. Zelfs als er geen muziek is lijken de makers met de afwezigheid ervan iets te willen zeggen. Ik zal deze vijfdelige serie op twee manieren herinneren. Als een serie over een hechte vriendengroep waar iedereen graag deel van had willen zijn in zijn jeugd. En als een mokerslag die mij en mijn vriendin emotioneel behoorlijk wist te raken. Een emotionele stomp in de maag die ik niet snel ga vergeten. Ga je de komende tijd maar één serie zien, laat het dan deze zijn.
Be the first to comment