Elk jaar valt er weer te discussiëren over of de Oscar echt naar de beste film is gegaan. Gelukkig zijn er heel veel categorieën waardoor de grote kanshebbers altijd een prijs meepikken. Of het nou beste geluid of make-up is, of één van de grotere prijzen. Maar er zijn een paar grote films die helemaal niets wonnen. Zelfs niet beste soundtrack of cinematografie. Dit is een lijst van films zonder Oscars die je toch moet gaan zien.
Rear Window (1954)
Fotograaf Jeff, een mooie rol van topacteur James Stewart, bespioneert zijn buren nadat hij aan huis gekluisterd is met een gebroken been. Al snel is de voyeur getuige van… een moord. Of niet? De film speelt met aannames en verwachtingen en maakt inventief gebruik van een kleine set. Regisseur Alfred Hitchcock werd tijdens zijn carrière genomineerd voor zes Oscars, maar nam nooit het beeldje voor beste regisseur mee naar huis. Rear Window had deze omissie zeker goed kunnen maken, hoewel er ook iets valt te zeggen voor Psycho. Naast beste Regisseur was beste hoofdrolspeler ook op zijn plek geweest.
Rebel Without a Cause (1955)
James Dean speelt Jim Stark, een getroebleerde jongere, die een nieuw leven begint in een nieuwe stad. Helaas duurt het niet lang voordat hij een paar vijanden maakt. Rebel Without a Cause kreeg drie nominaties, maar geen van hen was voor Dean, die in plaats daarvan werd genomineerd voor East of Eden – waarvoor hij postuum won. Deans optredens in zowel East of Eden als Rebel Without a Cause zijn beide zeer goed, maar zijn rol als de rebel werd een cultureel fenomeen. Rebel Without a Cause bleef helaas zonder prijzen.
À bout de souffle (1960)
Voor À bout de souffle bleek zelfs geen nominatie weggelegd. Dit alleen al is het bewijs dat het ontbreken van dit beeldje niets wil zeggen over kwaliteit. Deze iconische film met in de hoofdrol Jean Paul Belmondo had op zijn minst nominaties voor beste film, beste buitenlandse film, beste regie, cinematografie en beste acteur mogen krijgen. Ondanks dat het tegenwoordig één van de meest bestudeerde films ter wereld is bleef het Franse meesterwerk van Jean Luc-Godard met lege handen.
The Good, the Bad and the Ugly (1966)
Clint Eastwood keert terug als de premiejager zonder naam. Deze keer neemt hij het op tegen twee meedogenloze moordenaars: Tuco en Angel Eyes. Toen de film uitkwam, keurden critici het geweld van de film af, waardoor deze epische spaghetti-western het zonder dik verdiende Oscars moest doen. Gezien de legendarische status van deze western een gemiste kans. The Good, the Bad, and the Ugly had Beste Film of Beste Regisseur kunnen winnen. Eli Wallach had wat mij betreft een goede kandidaat kunnen zijn voor beste bijrol.
The Shining (1980)
In Stanley Kubricks bewerking van de gelijknamige roman van Stephen King gaat Jack Nicholson met zijn gezin naar een geïsoleerd hotel, waar hij geesten begint te zien. Langzaam maar zeker verliest hij zijn verstand… Horror en Oscars gaan maar matig samen. Zelfs voor maestro Kubrick kon de Academy hun aversie jegens horror niet overwinnen. Naast beste film en beste regie is de rol van Nicholson legendarisch. Dat jaar won Robert DeNiro voor Raging Bull, maar Nicholson’s rol was minstens zo memorabel.
The Shawshank Redemption (1994)
Met The Shawshank Redemption hebben we nog een bewerking van een Stephen King verhaal. De ten onrechte voor moord veroordeelde bankier Andy Dufresne (Tim Robbins) probeert te ontsnappen uit een gevangenis. De inkomsten van deze film vielen wat tegen, maar bij de Oscars waren de verwachtingen hooggespannen. Zeven nominaties, waaronder die voor beste cinematografie, beste beeld en beste geluid. De film greep overal mis. Morgan Freeman had op zijn minst mogen winnen voor beste mannelijke bijrol. De film heeft sindsdien alsnog veel erkenning gekregen.
Heat (1995)
Epische misdaadfilm van regisseur Michael Mann, waarin acteurskanonnen Robert De Niro en Al Pacino het tegen elkaar opnemen. Ondanks dat het een van de beste misdaaddrama’s aller tijden was leek het wel alsof de niemand bij de Oscars ooit van deze film had gehoord. Val Kilmer zou een goede kanshebber zijn geweest voor beste bijrol… als de film ook maar één nominatie had mogen ontvangen. Dante Spinotti’s cinematografie is ook een hoogtepunt van deze ongelooflijke film. Sowieso één van de meest legendarische shoot-out scenes in de filmgeschiedenis. Punt.
Fight Club (1999)
Edward Norton gaan in deze film door een identiteitscrisis. Wat is de zin van zijn veilige leventje? Dat leven wordt op zijn kop gezet door Tyler Durden (Brad Pitt) met wie hij een ondergrondse vechtclub begint. Fight Club kreeg een nominatie voor Beste Effecten, en dat valt tegen als je ziet wat voor acteertalent deze film herbergt. Norton en Pitt zijn allebei voortreffelijk, maar Helena Bonham Carter had op zeker de beste vrouwelijke bijrol moeten winnen. Bovendien is de cinematografie verbluffend.
Warrior (2011)
Soms kom je een vechtfilm tegen waarin zelfs de gevechten de kijker emotioneel uitputten. Dit drama rond twee gebrouilleerde broers en hun alcoholische vader leverde een Oscarnominatie op voor Nick Nolte. Ik ben geen grote fan van Nolte, met name de laatste jaren begint hij steeds meer onverstaanbaar te grommen en grauwen. Maar hier is hij perfect gecast en in vorm als vader die graag de kans wil om flinke fouten uit het leven goed te maken. Tom Hardy is indrukwekkend als vleesgeworden agressie en emotionele tijdbom die ontploft in de MMA Arena.
The Rider (2018)
Van alle films die tijdens de Oscars van 2018 prijzen misliepen was dit bijzondere drama van Chloé Zhao mijn favoriet. In deze film spelen een echte rodeo cowboy en zijn familie de hoofdrol in hun eigen waargebeurde verhaal. De manier van vertellen, de mooie cinematografie en de bijna serene weergave van de explosieve wereld van de rodeo maakten diepe indruk op me. Mocht je deze film hebben gemist (je bent helaas niet de enige), ga ‘m dan alsnog zien.
Be the first to comment