Teenage Mutant Ninja Turtles: Mutant Mayhem (Totale Chaos)

Ik was vroeger (Jaren 80) een jongetje dat, op bezoek bij een Haagse stief-opa en oma, nog wel eens zondagochtend cartoons wilde kijken. Thuis hadden we geen kabel, dus ik was voor veel cartoons afhankelijk van dit soort bezoekjes. Terwijl ik vooral into He-Man was moest ik met lede ogen aanzien hoe veel van mijn vrienden overstapten naar de Turtles. Pas later ging ik ook overstag, vooral door het spelen van de gelijknamige videogames op de Game Boy. Sindsdien zijn de Turtles enkele reboots en remakes verder.

“Our dad’s definitely not a giant rat.”

Vier gemuteerde schildpadjes leven een eenzaam bestaan in het riool samen met hun opvoeder, de rat Splinter. Splinter heeft slechte ervaringen met de mensenwereld en probeert zijn petekinderen daarvoor te beschermen. Hij leerde ze Kung Fu en diverse ninja-technieken om zich ongezien door de maatschappij te kunnen begeven. De schildpadden zijn echter in de puberteit aangekomen, met alle gevolgen van dien. Ze dromen over alledaagse tienerzaken zoals school, vrienden en naar de film gaan. Via schoolkrant-journaliste April O’Neil komen ze voor het eerst in contact met een mens die ze niet meteen afdoet als enge freaks. Ondertussen is de stad in de greep van een geheimzinnige misdadiger die zich Superfly noemt. Deze steelt allemaal onderdelen om een geheimzinnige machine te maken. En met die machine heeft hij zeer kwalijke bedoelingen.

Een nieuwe film voor een nieuwe generatie. De tekenstijl is wat minder glad dan de vroegere tekenfilm en de computer-animatiefilm uit de noughties. Qua tekenstijl deed het me ergens wel denken aan Spider-Man: Into the Spider-Verse. Verder is er veel te doen om April O’Neil. In plaats van een kittige roodharige schoonheid in geel broekpak is ze nu ineens een wat onhandige, bebrilde nerd die amper voor de camera durft te komen. En ze is ook niet meer blank. Vooral dat laatste deed vele mensen schuimbekkend van woede losgaan op internet. En toegegeven, het is niet de April uit mijn jeugdherinnering. Dat hoeft voor mij ook niet. Ik had mijn zoontje van zeven bij me. Die heeft een paar Turtle poppetjes, maar het boeide hem voor geen meter dat April er ineens anders uitzag. Hij zat gewoon lekker in de film.

Andere verschillen met deze film: de traditionele vijanden zoals Bebop en Rocksteady zijn niet zozeer gezworen tegenstanders, maar gemuteerde lotgenoten die net als de Turtles zich buiten de maatschappij gestoten voelen. Ze zijn in dienst van Superfly, maar in principe zijn het geen kwade gasten. Ook Splinter is niet een alwetende vechtkunstenaar die de turtles als een soort sensei richting probeert te geven. Hij is meer een beetje als Randy, de onhandige maar goedbedoelende vader uit Southpark. Allemaal zaken die Turtles puristen vast vreselijk vinden, maar mijn zoon vond het allemaal erg grappig. De film heeft verder een heerlijk funky 80’s sausje.

Conclusie:
Eigenlijk moet je deze film op twee manieren beoordelen. Door de ogen van een volwassene die de Turtles in meerdere vormen heeft gezien, en door de ogen van een kind. Ik was geen fan van wat ze hebben gedaan met April en Splinter. Niet alleen qua uiterlijk, maar vooral in gedrag zijn deze twee niet vergelijkbaar met hun voorgangers. De film zelf was verder een heerlijke aaneenschakeling aan pop culturele referenties en jaren ’80 verwijzingen. Daardoor kwam ik toch prima aan mijn trekken. En de tekenstijl was even wennen, maar daarna toch verfrissend te noemen. Mijn zoon moest tussendoor hardop lachen en vond “eigenlijk alles wel” leuk. Dus toch een aanrader als familie-uitje.

Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*