Marvel blijft onverdroten verder timmeren aan het eigen cinematografische universum. Deze keer was het de beurt aan de trippy Doctor Strange om zijn eigen film te krijgen. En als je denkt dat de makers wellicht iets teveel crystal meth hebben gebruikt tijdens het maken van deze film, dat is niet ondenkbaar. Strange is net als de lavalamp een product van zijn tijd, de jaren ’60 en ’70.
You’re a wizard Strange!
Stephen Strange (Cumberbatch) is een briljante neurochirurg en carrièretijger. Zijn persoonlijk leven staat altijd op het tweede plan in zijn zucht naar briljante medische doorbraken. Maar na een auto-ongeluk heeft hij geen controle meer over zijn trillende handen, en lijkt het gedaan met zijn carrière. De westerse medische wetenschap lijkt niets meer voor hem te kunnen doen, en dus richt hij zich op oosterse alternatieven. Hij komt op het spoor van een geheimzinnig genootschap waar hij hoopvolle berichten over hoorde. De leidster van dit genootschap, the Ancient One (Swinton) leert Strange dat er magie is in de wereld, ten goede en ten kwade. Strange hoopt via magie weer controle te krijgen over zijn handen, maar heeft een lange weg te gaan. Bovendien heeft de duistere magiër Kaecilius (Mikkelsen) plannen om het universum zoals we dat kennen ten einde te brengen.
Scheppingsverhalen
Ondanks dat er weer enorm veel in korte tijd gebeurt is deze film vooral een origin-story. Dat wil zeggen dat de film zich vooral focust op de titelfiguur, en hoe hij de held gaat worden die we kennen uit de strips. En dat doet men goed: de route die Strange aflegt van arrogante arts naar wanhopige man naar briljant magiër is piekfijn uit de doeken gedaan. Zoals wel vaker in dit soort films gaat dat ten koste van de schurken. Mikkelsen is zoals altijd een interessante verschijning, maar krijgt helaas weinig om mee te werken. Er zijn hints naar zijn beweegredenen, maar daar blijft het helaas ook bij. Jammer dat een dergelijk goede acteur helaas zo matig aan bod komt.
Visueel spektakel
De film scoort vooral visueel. De scenes waarin complete steden gebruikt worden als magisch gevechtsgebied doen denken aan Inception door een caleidoscoop. Soms is het visuele spektakel zo overheersend dat je even vergeet te volgen wat er nou eigenlijk aan de hand is en gewoon zit te genieten. Verhaaltechnisch niet altijd even handig, maar wel een interessante ervaring. En hoewel ook in deze superheldenfilm steden er weer flink van langs krijgen is Strange er de held niet naar om dezelfde destructie toe te staan als zijn collega’s. In andere comicverfilmingen vraag je je wel eens af of er nog wel iemand te beschermen over is nadat er weer een stad in puin ligt. In deze film hebben ze daar een slimme oplossing voor.
Conclusie
Doctor Strange is een welkome afwisseling in het genre. Natuurlijk zijn er de gebruikelijke elementen van een eerste film: het pad naar heldendom, de verhaalelementen voor latere films en de end-credit scenes. Oh ja, en natuurlijk de onvermijdelijke cameo van Stan Lee. Maar de visuele aspecten waren zodanig leuk dat ik eindelijk weer eens het gevoel had dat er een fris windje waaide door het uitgekauwde Marvelwereldje. Doctor Strange staat in elk geval in mijn top 5 van Marvelfilms, de fans zullen niet teleurgesteld zijn.
Be the first to comment