Ik moet eerlijk bekennen dat ik weinig van Astrid Lindgren gelezen heb. Ik las als kind best veel, maar Pipi, de Bolderburen en Ronja de roversdochter gingen aan me voorbij. Via VPRO ochtendtelevisie maakte ik uiteindelijk kennis met de avonturen van Pipi Langkous. Over de jeugdjaren van haar leven is nu een biopic gemaakt. Aangezien ik vrij weinig over haar wist ging ik er dus blanco in.
“You can leave the child and forget it all”
Astrid (Alba August) groeit op in een gezin dat hard werkt en voor een groot deel afhankelijk is van de kerk. Ze is een fantasievolle en licht excentrieke meid die tot frustratie van haar moeder af en toe te gevat en expressief is. Op een dag krijgt ze de kans om stage te lopen bij de lokale krant. Daar begint ze een affaire met de veel oudere hoofdredacteur Blomberg, en dit leidt tot een ongewenste zwangerschap. Blomberg ligt nog in vechtscheiding met zijn vrouw en is bang dat die de affaire gaat gebruiken om het onderste uit de kan te krijgen. Astrid verhuisd naar Stockholm om een opleiding te volgen en het kind in het diepste geheim te krijgen. Haar plan is om haar kindje in Denemarken bij een pleeggezin achter te laten totdat Blomberg gescheiden is. Eenmaal getrouwd kunnen ze het kind voor de wet erkennen. Maar de rechtszaak duurt langer dan gedacht, en ondertussen mist Astrid de eerste jaren van haar kind.
Het kan zijn dat ik de afgelopen twee jaar tot tweemaal toe pappa ben geworden waardoor films met schattige kinderen en getormenteerde ouders even wat harder binnenkomen. De film kabbelt de eerste 45 minuten ietwat voorspelbaar voort. De affaire met Blomberg zie je ook zonder enige kennis van Lindgren’s leven van mijlenver aankomen, en dat het plan om de scheiding uit te zitten een drama gaat worden zal de kijker niet verrassen. Dramatisch gezien gaat de film echter vanaf dat moment wel in een flink hogere versnelling. De scene waarin Astrid haar pasgeboren kindje moet achterlaten is werkelijk hartverscheurend. De maanden daarna kan ze haar kind spaarzaam bezoeken en ziet ze tot haar verdriet hoe hij iemand anders moeder noemt.
De uitdrukking “What doesn’t kill you makes you stronger” is vaak op deze films van toepassing. De heldin in dit soort films moet haar beproevingen ondergaan om de historische figuur te worden die wij kennen. De film laat hier en daar kleine momenten zien van de geboren verhalenverteller die in Lindgren zit. Gelukkig doet men dit spaarzaam en ligt het er niet Hollywood-dik bovenop. De relatie van Astrid en haar gelovige ouders deed me enorm veel denken aan de Nederlandse film Een dorsvloer vol confetti. In die film hadden moeder en dochter ook veel moeite om elkaar te vinden door een behoorlijk verschillende levenshouding en levensfase.
Conclusie
De eerste helft van de film was prima, en ik had een aangenaam bezoekje aan de bioscoop. Ik wilde deze film al een beetje gaan afdoen als een doorsnee “niks aan de hand” bio-pic. Maar met de tweede helft toont regisseuse Pernille Fischer Christensen aan dat ze een kundig verhalenvertelster is. De veilige grondlaag die ze heeft gelegd is volledig weg, en Astrid moet ver van haar familie en vrienden alleen het verdriet rond haar kindje verwerken. Natuurlijk weet ik ook wel dat dit soort films een paar geur-kleur-en-smaakstoffen worden toegevoegd om het allemaal iets dramatischer maken, maar het werkt. Ik heb genoten van het mooie tijdsbeeld, meegeleefd met Astrid, een propje in de keel gevoeld als haar schattige kind in beeld kwam en uiteindelijk een prachtfilm gezien.
Be the first to comment