Dat ik niet echt een fan ben van “filmmaker” Johan Nijenhuis is geen geheim. Zijn hoogste score haalde hij bij mij met de Magic Mike rip-off Onze Jongens: twee sterren uit vijf. Ik vind het echt ongelofelijk dat hij jaar na jaar met steun van het Filmfonds weer een voorspelbaar wanproduct mag produceren. Ook deze keer put hij zich qua creativiteit niet teveel uit: na verliefd te zijn geweest op Ibiza, Toscane of tijdens Rokjesdag verplaatsen we nu de locatie naar Cuba. Kijken hoeveel stereotype Cubaanse elementen hij kan bedenken.
“Flirten is voor Cubanen normaal, net zoals kaas voor Hollanders”
Loes (Susan Visser) is in alle staten. Haar dochter Maartje (Abbey Hoes) is na een burn-out “digitaal aan het detoxen” op Cuba (nergens Wifi). Ze is inmiddels helemaal gek op het leven daar en heeft besloten met een leuke local te gaan trouwen. Loes is vastbesloten daar een stokje voor te steken. In haar kielzog reizen haar zoon, haar ex-man en diens nieuwe vrouw mee. Op Cuba aangekomen ontmoet Loes de rauwe Jan (Jan Kooijman). Aanvankelijk moet Loes niets van Jan, Cuba en Maartje’s toekomstige schoonfamilie hebben. Maar gaandeweg begint ze te ontdooien en te ontdekken dat het broeierige Cuba ook zijn pluspunten heeft. Ondertussen ziet haar ex-man haar ook in een nieuw licht…
Een leuk spelletje: maak van te voren een bingokaart met alle stereotype Cuba zaken die je kan bedenken. De kans is groot dat je het eerste kwartier alles zo’n beetje kan afvinken. Cuba is in deze film een simpel en achtergebleven land waar de WC wellicht smerig is, de auto’s niet altijd starten, maar waar iedereen gelukkig lijkt en lief en leed deelt. Alles is uiterst breekbaar en armoedig, Cubanen flirten met alles wat los en vast zit, overal staan Buena Vista Social Club-achtige bandjes klaar om stereotype vakantiemuziek te spelen. Tijdens de scenes in Nederland giet het van de regen. In Cuba is het altijd zonnig, tenzij het dunne verhaaltje om een vrolijk dansje in de regen vraagt. Dan breekt ook op Cuba de hemel open. Het verhaal is iets simpeler van opzet dan de vorige liefdesproducties van Nijenhuis. Ibiza en Toscane waren Love Actually wannabe’s met veel verschillende verhaaltjes. Hier richt het zich wat meer op het liefdesleven van Loes en Maartje. Er zijn wat subplotjes, maar die zijn vooral bedoeld voor hilarisch bedoelde grappen. De humor slaat vaak dood door voorspelbaarheid of omdat er gewoon niks grappigs aan is. Iemand die op een wankel muurtje staat pleurt er natuurlijk vanaf, en als er bij toeval iets op tafel staat dat extreem vies is wordt dat natuurlijk per ongeluk opgegeten.
Loes stapt uiteraard over haar afkeer voor Jan heen en begint voor hem te vallen. Om Jan nog iets stoerder en duisterder neer te zetten komt Loes erachter dat hij aan illegale bokswedstrijden doet. De scene waarin Jan Kooijman moet acteren dat hij emotioneel en fysiek tot het uiterste vecht is werkelijk te hilarisch voor woorden. Je ziet aan alles dat Johan Nijenhuis heeft gekeken naar de gevechten uit Guy Ritchie’s Snatch. Helaas leidde deze poging tot jatwerk niet tot een overtuigende scene. Jan Kooijman is duidelijk geen Brad Pitt, en daar veranderen al die nep-tatoeages op zijn lichaam helemaal niets aan. Hij lijkt eerder op Douwe Bob die snotverkouden tegen zijn zin op een schoolplein aan het stoeien is dan op een stoere prijsvechter. Het liefdesverhaaltje tussen Loes en Jan doet geen poging om te de kijker te overtuigen van zijn bestaansrecht. Het is er simpelweg omdat zo’n verhaalelement in een film als deze moet zitten. Plichtmatig werkt men de bekende romcom stappen af. Interessanter had het verhaaltje rond haar zoon kunnen zijn: die valt voor de charmes van een mooie transgender. Helaas doet men daar veel te weinig mee.
De andere acteurs tillen de film ook niet naar een hoger niveau. Susan Visser praat continue alsof ze een teleurgesteld kind is dat echt geen ijsje krijgt. Je hoort haar nog net niet “Flauw hoorrrrr” zeggen. Alle acteurs die Cubaan moeten spelen kregen vooral de opdracht om te kijken als blije eikel. Tjebbo Gerritsma speelt Alex, de ex van Loes. In veel romantische films zit wel een rotzak waarvan je als kijker denkt: die zak krijgt natuurlijk dadelijk de deksel lekker op zijn neus. Soms kan je echt naar dat moment uitkijken. In Johan Nijenhuis films lijkt men niet altijd te beseffen dat sommige personages gewoon foute gasten zijn. Sterker nog: Alex gaat een flink potje vreemd, maar komt daar verbazend makkelijk mee weg. Maaike Martens speelt zijn bedrogen vriendin, een vrouw die Alex probeert te binden door overdreven te laten zien hoe onstuimig en ongecompliceerd ze wel niet is. Maar eigenlijk wil ze gewoon trouwen en kinderen. Martens is prima actrice, maar ze heeft de ondankbare taak een zeer onnozel en onhandig karakter te spelen. En veel vallen, want vallende mensen zijn dus grappig. Terwijl ik dit allemaal opschrijf merk ik weer hoe vermoeiend voorspelbaar en uitgekauwd alles is.
Conclusie
Of Loes het huwelijk van Maartje kan verstoren zou zowel de kijker als Loes halverwege niet meer moeten interesseren. De kijker heeft allang door naar wat voor voorspelbare zooi hij zit te kijken. En Loes is zo met zichzelf en haar eigen mannenissues bezig dat Maartjes kalverliefde er superieur bij afsteekt. De film deed me qua toon een beetje aan Sex and the City 2 denken. Daar gaan trendy Amerikanen naar het Midden-Oosten en zet Hollywood die wereld zo kneuterig, beledigend en betuttelend mogelijk neer. Cuba komt er niet beter vanaf. Ik kan me niet voorstellen dat de gemiddelde Cubaan heel blij is met hoe zijn landgenoten worden neergezet. Alleen de Cubaanse reisbureaus zullen hier blij mee zijn. De beelden zien er overgeproduceerd kleurig uit. Zon, mooie plaatjes en Buena Vista Social Club te over. En als de soundtrack eenmaal door die liedjes heen is, dan is er altijd nog wel een Jody Bernal met Que sí que no. Want de soundtrack is net zo voorspelbaar als deze flutfilm. Zonde van je tijd.
Be the first to comment