Le Mans `66

Marketing blijft een wonderlijk iets. In Amerika heet deze film Ford V. Ferrari. Kennelijk was dat geen geschikte titel voor het Europese publiek, en dus kregen wij een alternatieve racetitel. Inhoudelijk maakt het verder geen verschil; we krijgen uiteraard gewoon dezelfde racefilm met Mat Damon en Christian Bale voor de kiezen. Ik was destijds enorm blij met de racefilm Rush, en de trailer van Le Mans ’66 gaf me eenzelfde vibe.

“Look out there. Out there is the perfect lap. You see it?”

Auto-ontwerper Carroll Shelby (Matt Damon) en heethoofdige coureur Ken Miles (Christian Bale) vechten tegen bedrijfsbemoeienis, de natuurwetten en hun eigen persoonlijke demonen om een ??revolutionaire raceauto voor Ford te bouwen. Ford wil met dit prestigeproject Ferrari aftroeven tijdens de 24 uur van Le Mans. Ken Miles gedraagt zich bij tijd en wijle een ongecontroleerd projectiel, en Ford directeur Leo Beebe (Josh Lucas) ziet liever een publieksvriendelijke coureur achter het stuur. Hierdoor staan alle neuzen in het Ford-kamp niet dezelfde kant op, en om Ferrari te verslaan is een klein wonder nodig.

Alle ingrediënten voor een typische sportfilm zijn aanwezig. Zorgvuldig schetst de film een beeld van de underdogpositie waarin Ford, Shelby en Miles zich bevinden. Natuurlijk zijn er karaktertrekken en talent in overvloede die we als kijker direct herkennen, maar de andere karakters in de film niet. Vervolgens zien we hoe alle elementen bijeenkomen en er langzaamaan tegen de verwachtingen in iets moois lijkt te ontstaan. Natuurlijk zijn er boosaardige krachten van buitenaf die dit succes actief tegenwerken, in dit geval een wel heel ééndimensionale schurkenrol van Lucas als hardvochtige directeur. Uiteindelijk komt alles op een paar spannende momenten aan. De formule van de sportfilm wordt slaafs gevolgd.

De castingdirectors speelden op safe en zetten acteurs in die wel raad weten met de genrepersonages die altijd en eeuwig in dit soort films voorbij komen. Matt Damon speelt als Shelby de betrouwbare all-american brave borst die het beste wil voor zijn coureur, hoe moeilijk Miles het hem ook maakt. Het is een rol die hij met zijn ogen dicht kan doen, maar toch legt hij genoeg liefde in de rol om het boven het stereotype uit te doen stijgen. Bale is de eigenaardige en opvliegende Brit die moet leren een teamspeler te worden. Ergens had ik de film wel willen zien in een versie waarin de rollen waren omgedraaid. Dat maakt het allemaal iets minder voorspelbaar.

De film ziet er superglad uit. Als tijdsbeeld heb ik echt zitten genieten. De prachtige auto’s en mooie plaatjes zijn werkelijk een lust voor het oog. De snelheid zit er zeker in, alleen zien de racebeelden er niet zo imponerend uit als bijvoorbeeld bij Rush. Iets te vaak moet de spanning vooral komen van een in het rood lopende toerenteller of het hard in trappen van de gaspedalen. Iets meer beelden buiten de auto had ik toegejuicht. Maar voor een film waarin de uitslag al een beetje vaststaat (tenzij je de geschiedenis achter deze film niet kent) slagen de makers erin genoeg drama en spanning aan de film toe te voegen.

Conclusie
Le Mans ’66 is een aardige racefilm geworden, maar speelt naar mijn mening iets te veel op safe. De italianen zijn allemaal onbetrouwbare, boos kijkende, donkerharige mannetjes. De directeuren en bureacraten lopen met hun ego’s voornamelijk in de weg. Dat ik de film toch kan aanraden komt omdat hij er gewoon prachtig uitziet (serieus, auto’s waren in die tijd zoveel mooier), en de hoofdrolspelers die er echt zin in hadden. Het zijn Damon en Bale die de film met een geloofwaardig bromance element naar een hoger level tillen. De liefhebber van race en sportfilms komt aan zijn trekken, maar met wat meer durf had er een nog betere film ingezeten. De mooie plaatjes verdienden dat zeker.

Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*