Rob Koopman maakt bedrijfsfilms, heeft een wekelijkse twitch-stream en wilde lang regisseur van fictiefilms worden. Zo’n vijftien jaar geleden gaf ik hem een special edition cadeau van Citizen Kane (1941), met de bewering dat iemand die regisseur wilde worden, deze film gezien móest hebben. Maar dat gebeurde niet. Al die jaren stond de DVD in Robs kast te vergrijzen, te verstoffen – maar ook te rijpen. Tot Rob er klaar voor was. Eindelijk. Rosebud.
Orson Welles maakte met Citizen Kane zijn eerste lange speelfilm, en het was ook echt zijn film; hij produceerde, schreef met Herman J. Mankiewicz het script, regisseerde en speelde de hoofdrol. De film werd genomineerd voor negen Oscars, won de prijs voor best original screenplay en wordt alom geprezen als een van de beste films ooit gemaakt. De titel wordt zelfs als een standaard gebruikt – zo kreeg The Room het etiket ‘the citizen kane of bad movies’ , vanuit de gedachte dat deze film (deels) definieert wat een bad movie is, zoals Citizen Kane bepalend was voor (het gebruik van) een groot aantal filmtechnieken. Cinematografie, montage, de vertelstructuur, de muziek en het gebruik van deep focus werden alle als innovatief en baanbrekend gezien.
Het verhaal
De film begint in het kasteel Xanadu van de machtige zakenman Charles Foster Kane (Orson Welles), op zijn sterfbed. Het verhaal dat volgt is een reconstructie van Kane’s leven, door een reporter (Joseph Cotten) op zoek naar de betekenis van het mysterieuze laatste woord dat Kane spreekt: ‘Rosebud’. Via archiefmateriaal en nieuwsbeelden, afgewisseld met interviews met zijn zakenmanager, zijn vroegere beste vriend en zijn ex-vrouw Susan (Dorothy Comingore), leren we Kane kennen (‘It isn’t enough to say what the man did, you have to say who he was’). We zien scènes uit zijn jeugd, hoe zijn huwelijk uit elkaar valt, zijn relatie met een operazangeres die eigenlijk niet goed genoeg is om succesvol te worden (of over de juiste ambitie beschikt), zijn carrière in de krantenwereld (schandalen verkopen het beste), de stock market crash in 1929 en het einde van een kortstondige politieke carrière.
Welles baseerde Kane op de krantenmagnaat William Randolph Hearst (en Xanadu op Hearst Castle), hoewel hij zelf altijd heeft beweert dat zijn personage gebaseerd was op meerdere echte personen. Maar Hearst herkende zichzelf kennelijk zo duidelijk in Kane, dat hij de film probeerde te boycotten. Citizen Kane werd door alle tegenwerkingen geen groot succes in de theaters, maar werd door critici bejubeld – en door de boycot zal Hearst voor altijd gezien worden als dé inspiratie voor Charles Foster Kane.
Rob, wat weet je over Citizen Kane?
‘Dat het gezien wordt als een van de beste films van zijn tijd, een must watch. Eerlijk gezegd heb ik pas net geleerd dat de film in zwart wit is, dat wist ik niet. Ik heb er ook niets over opgezocht, want ik wilde er zo blanco mogelijk ingaan. Hoewel, de lengte heb ik wel opgezocht, want ik dacht dat hij drieënenhalf uur was. Ik denk dat het komt door Friends, waarin ze zich afvragen hoe iemand zich ooit door Citizen Kane heen heeft kunnen worstelen. (lacht) Oh, en ik heb een gevoel – ik weet dat er een film bestaat met een vlieger, of iets dergelijks, dat die dan een naam heeft terwijl je de hele film lang denkt dat het om een persoon gaat. Maar goed, ik weet dus helemaal niet of dat Citizen Kane is, of een andere film.’
Waarom heb je Citizen Kane (1941) nog nooit gezien?
‘Ik dacht dus dat de film heel lang was, en traag, en zwaar – en daar had ik steeds geen zin in. Aan de andere kant bestaat die grap dat ik geen films kijk van vóór 1990 (op Die Hard en Star Wars na, dan), en hoewel dat deels waar is, klopt het natuurlijk niet helemaal. Wij hebben zelfs ooit nog samen Some Like It Hot gezien! Maar het blijft leuk om die mythe in stand te houden.’
Waarom wil je de film zien?
‘Ik vind het een film die je gezien moet hebben – vooral als je, zoals ik, bezig bent met film en ook nog eens ooit de ambitie had om fictiefilms te maken. En om de reputatie van de film, ik weet dat het als grote klassieker wordt gezien. Ook interessant: ik heb gehoord dat in Citizen Kane op cinematografisch vlak veel voor het eerst gedaan is. Ben benieuwd of die dingen me opvallen, of dat ze ondertussen te gewoon zijn geworden, dat ze nu te algemeen gebruikt worden in film om nog bijzonder te zijn.’
Wat verwacht je van de film?
‘Toch ook zeker een goed verhaal. Er moet naast die vernieuwende cinematografie een reden zijn dat het zo’n iconische film is, en ik wil weten wat dat is.’ Rob lacht: ‘Ja, ik verwacht er eigenlijk best veel van.’
Citizen Kane: 119 minuten
‘Rosebud – ah ja! Dat woord kende ik.’ Rob kijkt me aan: ‘Hm, ik hoop dat die vlieger-spoiler het nu niet écht verpest heeft.’ Nou ja, gelukkig is een film nooit enkel de plot(twist). Als ervaren filmmaker veert Rob vaak op: ‘Jaaa, dit is mooi,’ bij het shot in de sneeuwbol, en: ‘Wat voelt het lekker fris,’ bij het gebruik van nieuwsberichten en de montage daarna. Hij is onder de indruk van de productiewaarde van al die mini-scènes. Wat ook opvalt is aan hoeveel films het Rob op verschillende momenten allemaal doet denken: Starship Troopers, Blade Runner, The Godfather, The Wolf of Wall Street, Inglorious Basterds, Panic Room…
‘Ik verwachtte een trage jaren veertig-film, maar het is zo snel, de montage voelt zo modern. De set up is goed geschreven met die raamvertelling.’ Rob had echt letterlijk het tegenovergestelde verwacht, geeft hij toe. ‘De camerahoeken zijn ook zo mooi, net als de kadrering. Zie je hoe hij met een telefooncel een splitscreen maakt, door de deur en het gebruik van diepte?’ Iets verderop: ‘Hoezo zijn al die lui in de kamer tegelijk scherp?’ en: ‘Wauw, hij loopt gewoon de foto binnen!’ Als Kane en zijn vrouw aan het ontbijt zitten, zegt Rob voorzichtig: ‘Ik heb het idee dat het toch meer een slee is dan een vlieger, maar we zullen zien.’
‘Dat glas op de voorgrond, zou dat een extra groot glas zijn, om het gewenste perspectief te krijgen? Er is sowieso iets met proporties aan de hand: de stoelen hebben overdreven hoge ruggen, de ramen zijn te hoog – prachtig. Als kijker wordt je daar onbewust heel ongemakkelijk van. Bijvoorbeeld ook de kamer die hij trasht: het plafond is echt zo’n tien centimeter boven zijn hoofd; dat is geen realisme, maar omdat hij zich zo voelt.’
Als het optreden van Kane’s vrouw Susan niet bij het publiek in de smaak valt, begint Kane hard en verbeten te applaudisseren. Rob lacht: ‘Dit ken ik als gif! Ha, ik had geen idee dat het uit deze film kwam!’ En aan het einde, als de camera over alle opgestapelde spullen van Xanadu heen glijdt en tot slot rust op het vuur en het hout daarin, zit Rob te knikken: ‘Jep, Rosebud. Duidelijk geen vlieger.’
Conclusie
‘Na een spetterend begin werd de film wel wat trager, misschien kwam het uiteindelijk toch iets dichterbij wat ik had verwacht dat ik zou zien. En de raamvertelling vond ik ook minder interessant worden. Maar hoewel ik de laatste helft wat saaier vond, heb ik me zeker niet verveeld. De cinematografie bleef ook de hele film geweldig, en dat moet voor die tijd echt epic zijn geweest – de schaal van de film en van de sets, ook! Ik kan me voorstellen dat je in die tijd echt werd weggeblazen door de film. Daarnaast vind ik de film vanuit historisch en filmhistorisch perspectief erg tof; de sets, het camerawerk, shots die door de ramen heen gleden, de perspectieven – alsof hij alles uit de kast trok, met alles los ging. Volgens mij had hij ontzettend veel plezier in nieuwe technieken, en ik vraag me af of hij ter plekke op de set veel geëxperimenteerd heeft.’
Zou je de Citizen Kane nog een keer willen zien?
‘Jawel, maar niet op korte termijn. Ik zou de film ook niet per se aanraden om het verhaal, maar misschien is dat ook omdat ik toch al iets bleek te weten over Rosebud. Eigenlijk had ik van zo’n iconische film verwacht dat ik nog meer popcultuur-verwijzingen zou herkennen, zoals ik bijvoorbeeld wel had toen ik Forrest Gump eindelijk zag. Maar ik ben zeker blij dat ik Citizen Kane gezien heb; toch een belangrijk deel van de filmgeschiedenis. Ik ga absoluut trivia en achtergronden opzoeken, over hoe de film tot stand kwam en welke technieken op wat voor manier gebruikt werden.’ Rob lacht: ‘Nu snap ik ook zeker dat je zei dat ik Citizen Kane moest zien als ik zelf films wilde maken. Stond op die special edition die je me had gegeven nou ook die documentaire?’
Be the first to comment