De Indiana Jones liefhebbers scharen zich meestal in één van twee kampen: het beste deel is of het origineel – Raiders of the Lost Ark, of het derde deel: the Last Crusade. Weinig mensen zouden voor het middenluik Temple of Doom kiezen, en we zijn het er allemaal over eens dat het vierde deel niet telt.
“Ask yourself, why do you seek the Cup of Christ? Is it for His glory, or for yours? “
Wat zorgt dan voor deze tweedeling? Het zal uiteindelijk te maken hebben met welke eigenschappen van deze wereldberoemde franchise je het meest belangrijk vindt. Want Raiders of the Lost Ark heeft uiteindelijk een nogal indrukwekkend repertoire: het heruitvinden van de ouderwetse B-film met moderne filmtaal, de introductie van Harrison Ford’s geliefde hoofdpersonage, verreweg de beste vrouwelijke rol in de franchise in de vorm van Marion Ravenwood, en natuurlijk de eerste frisse uitvoering van de klassieke Indiana Jones missie. Een vervolg kan wellicht groter en spectaculairder, maar zelden is hij beter.
Waarom is Indiana Jones and the Last Crusade dan zó goed? Het eerste duidelijke antwoord is de introductie van de vader van Indiana, gespeeld door Sean Connery. De chemie spat van het scherm, de humor is overal te vinden, en de uitstraling van beide heren zou zelfs een mindere film prima kunnen dragen. Maar het zijn de subtielere verbeteringen aan de succesformule waardoor Steven Spielberg zonder een overdaad aan actie en spektakel deze Indiana Jones film heeft kunnen verfijnen tot een Hollywood-meesterswerk. Waar de nazi’s in het eerste deel nog enige angst inboezemden heeft Spielberg uiteindelijk voor komedie gekozen in het derde deel. Ze intimideren nog wel, maar dan voornamelijk als obstakels in de missie van onze held, en minder als een representatie van een donker hoofdstuk in ons verleden.
Ook de slechteriken mogen deze keer oneliners lanceren en grapjes maken. Dit zijn acteurs die met een knipoog spelen, en het maakt de film er alleen maar beter op. Want natuurlijk kan Indiana Jones niet ontsnappen aan het cartooneske – dat zit nou eenmaal ingebakken in het bronmateriaal. En Spielberg omhelst het. Niet alleen in de humor, die door de hele film heen er een stuk dikker bovenop ligt, maar ook door de personages breder en duidelijker uit te werken, en dat zorgt voor geweldig vermaak. De actiescènes zijn sterker geregisseerd dan ooit tevoren, en net als in het eerste deel neemt Spielberg de tijd voor stillere momenten. De vader-zoon dynamiek krijgt tijd om te ademen, en integreert uiteindelijk in een uitstekende finale prima met de thematiek van de film: over ouder worden, over angst, en over wat men verbindt.
Conclusie
Waar Spielberg in andere films nog wel eens de neiging heeft om zoetsappig te werken, balanceert hij de boel hier prima. In de opening van de film speelt de te jong overleden River Phoenix een jonge Indiana Jones, en alle dingen die wij weten over Indiana worden in een sequentie van tien minuten geïntroduceerd: de zweep, de hoed, de angst voor slangen. Realistisch? Totaal niet. Effectief een verhaal vertellen en enorm vermakelijk? Dat zeker. En die keuze maakt Spielberg een hele film lang. Alles in dienst van het vermaak, samen met een kloppend hart – en het klappen van de zweep.
Be the first to comment