Zo tegen het einde van het jaar ben ik nog wat nieuwe films aan het kijken om een beetje een afgewogen jaaroverzicht te maken. Ma Rainey’s Black Bottom kwam om twee redenen op mijn radar. Het was de laatste film met de ons veel te vroeg ontnomen Chadwick Boseman, en de recensies waren overwegend positief. Ik had voor 2020 geen hoge pet op van Netflix exclusive films, maar door gebrek aan bioscoop heb ik er dit jaar wat meer gezien.
“Death will kick your ass and make you wish you never been born. That’s how bad death is. But you can rule over life. Life ain’t nothing.”
Chicago, 1927. Ma Rainey (Viola Davis), de officieuze moeder van “the Blues” (een titel waar ze zelf niets om geeft), gaat enkele van haar nummers opnemen. Haar blanke manager en een blanke producent zien wel geld in haar zuidelijke sound. Ma Rainey vertoont flink diva gedrag, maar de heren zijn haar omwille van de potentiële verdiensten ter wille. In haar begeleidingsband bevind zich ook trompettist Levee (Chadwick Boseman), een energieke jonge vent die denkt de wereld te gaan veroveren. Al snel ontstaat er frictie: Levee heeft met de producenten de afspraak dat hij wat variaties op de nummers van Ma Rainey mag spelen, en Ma Rainey wil alles bij het oude laten. Terwijl de productie om diverse technische redenen vertraging oploopt nemen de spanningen toe. Dat Levee ook nog eens een oogje heeft op Ma Rainey’s mooie nichtje helpt niet.
Chadwick Boseman kennen de meeste mensen van zijn rustige en gedistingeerde acteerwerk in Black Panther. De statige rol die hij daar neerzet staat in schril contrast met de vluggebekte Levee . Levee is een onstopbaar projectiel, Ma Rainey een onbeweeglijk object. Wat gebeurt er als die twee met elkaar in botsing komen? Maar de tweestrijd tussen deze twee is slechts één van de ingrediënten van deze film. Op de achtergrond zien we hoe blanke producenten actief geld verdienen aan donkere artiesten. De slavernij is wellicht voorbij, maar toch proberen de blanken zo goedkoop mogelijk te profiteren van de creatieve input van mensen als Ma Rainey en Levee. Eerder zei ik dat Ma Rainey flink diva gedrag vertoonde. Zelf zegt ze daarover: “They don’t care nothin’ about me. All they want is my voice. Well, I done learned that. And they gonna treat me the way I wanna be treated, no matter how much it hurt them.” Als je weet dat mensen van je gaan profiteren, dan mag je ze daar best voor laten betalen.
Ook Levee hoopt via zijn talent binnen te kunnen lopen. Zijn ervaringen met de “witte man” zijn getekend door traumatische jeugdherinneringen. Maar zolang het zijn zaak dient is hij bereid “te doen wat ze willen, tot zijn moment daar is“. Terwijl de bandleden wachten wisselen ze verhalen uit over hun ervaringen met blanken, en die brengen de borrelende emoties naar de oppervlakte. Het pijnlijke van deze film is dat ze laat zien dat hoewel slavernij achter ons ligt, racisme, uitbuiting en vooral kansenongelijkheid verre van voorbij zijn. Ieder bandlid gaat daar anders mee om, en hierover nemen ze elkaar de maat. De film is ook een duidelijke metafoor voor de huidige verschillen tussen arm en rijk, blank en zwart. Dat alleen al maakt dit een waardevolle productie.
Conclusie:
De meeste kijkers zal het al snel duidelijk zijn dat het hier om een toneelproductie gaat. De dialogen en monologen voelen vaak ietwat geforceerd en langdradig aan, en zijn duidelijk geschreven voor een podium. Wat op een podium krachtig overkomt werkt niet altijd op het witte doek. Ook qua locaties blijft het allemaal beperkt, 90% van de film vindt plaats in de kleedkamers en de opnameruimte. Dat de film toch het aanzien waard is heeft drie redenen. Chadwick Boseman levert een fascinerende acteerprestatie die alleen maar aan kracht wint als je beseft dat de man daar doodziek was en dus letterlijk alles gaf. Viola Davis is ongenaakbaar als Ma Rainey, een kracht die je niet van d’r plaatst krijgt. Maar de stompen die de film op het eind in je maag geeft blijven je nog lang bij.
Be the first to comment