Back to the 80’s: License to Kill

Na maanden van corona komt eindelijk de nieuwe James Bond in de bioscopen. Het zal de laatste zijn met Daniel Craig, en dat betekent ook weer the end of an era. Elke generatie groeide de afgelopen decennia op met zijn eigen James Bond. In de jaren ’80 werd de rol voor slechts twee films ingevuld door Timothy Dalton. In 1989 kwam zijn tweede film in de bioscopen, en dat was tevens de eerste keer dat ik met de Bond franchise in aanraking kwam.

“Señor Bond, you got big cojones. You come here, to my place, without references, carrying a piece, throwing around a lot of money… but you should know something: nobody saw you come in, so nobody has to see you go out. “

James Bond is (Dalton) door zijn professie een eenzame man. Één van de weinige vrienden in zijn leven is Felix Leiter (David Hedison), zijn contactpersoon bij de CIA. Leiter staat op het punt om te trouwen, maar onderweg naar de bruiloft krijgen hij en James de kans om de gezochte drugsbaron Sanchez (Robert Davi) op te pakken. Dat lukt, maar door verraad weet Sanchez diezelfde dag nog te ontsnappen. Sanchez zit niet stil, en neemt direct wraak. James treft Leiter’s vrouw dood aan, en Leiter zelf is zwaargewond. Bond wil direct achter Sanchez aan, maar de Britse geheime dienst zit daar niet op te wachten. In een poging hem aan banden te leggen trekken ze zijn 00-status in. Op eigen houtje vertrekt James toch naar Republiek Isthmus (een soort Panama). Zijn plan is om het vertrouwen van Sanchez te winnen en zijn imperium van binnenuit te vernietigen. Hij krijgt hierbij hulp van CIA agente Pam Bouvier (Carey Lowell) en Q (Desmond Llewelyn). Al snel lijken er grotere belangen te spelen dan alleen maar de wil om wraak te nemen.

Timothy Dalton is naar mijn mening de meest onderschatte Bond. Hij speelde slechts in twee films, en die contrasteerden nogal met die van zijn voorloper Roger Moore. Roger Moore was enorm succesvol als James Bond, maar zijn films behoren niet tot mijn favorieten. De nadruk lag destijds enorm op vreemde gadgets, extreme stunts en flauwe humor. Moore zette Bond neer met een hoop ironie, het is was bijna alsof zijn karakter zelf ook doorhad hoe idioot en vergezocht het allemaal was. Uiteindelijk werd hij te oud voor de rol en moest men gaan verjongen. Dalton was toen Sean Connery stopte al eens voor de rol gevraagd, maar vond zichzelf toen nog te jong voor de rol. Nu greep hij zijn kans wel met The Living Daylights (1987). Men wilde Bond ook wat vernieuwen. Minder extreme gadgets, en iets meer realisme. Zijn Bond was menselijker, grimmiger en minder onkwetsbaar in vergelijk met Moore. In zekere zin probeerde men in de jaren 80 wat Daniel Craig in de nieuwe eeuw ook deed: een Bond zoals in de boeken van Ian Flemming neerzetten.

Tot 1989 was ik me vagelijk bewust dat er zoiets als James Bond bestond. Ik was destijds 11 of 12, en tot dan toe waren de films enigszins aan me voorbij gegaan. Dankzij Veronica Meimaand-Filmmaand maakte ik die achterstand snel goed. Destijds schalde de filmsong License to Kill van Gladys Knight door de top 40 en wilden al mijn klasgenootjes naar de bioscoop. Uiteindelijk kreeg ik een jaar later drie James Bond videobanden cadeau, waaronder License to Kill. En hoewel veel mensen ooit begonnen met Sean Connery als Bond groeide ik dus op met Dalton. Op de SEGA Mega Drive speelde ik een James Bond game waarin het gezicht van Dalton ook een prominente plek had. Dalton was geen populaire Bond. Het publiek had moeite met de strapatsen en de olijke insteek van Roger Moore los te laten. In plaats van een nobele missie om de wereld weer eens te redden van kwaadaardige russen was Bond nu bezig een persoonlijke vendetta uit te knokken. Deze Bond was een koelbloedige killer die niet altijd de tijd nam voor de komische noot. Begin jaren ’90 had ik inmiddels een aantal van de boeken gelezen, en ik kon deze insteek wel waarderen.

License to Kill is een relatief gewelddadiger film dan zijn voorgangers. Sanchez is een soort variant op Pablo Escobar, de drugskoning uit Colombia. Niet dat deze film qua bloederigheid op het niveau van series als Narcos komt, maar er zitten toch wel flink wat pittige scenes in. Felix Leiter wordt aan de haaien gevoerd, een man explodeert in een drukcabine, een handlanger van Sanchez probeert Bond in een maalmachine te duwen en er gaat iemand in vlammen op. Anders dan in de Roger Moore films is het geweld niet bepaald cartoonesk, het is grimmiger en realistischer. Dat wil niet zeggen dat er geen plek is voor mooie stunts: een achtervolging met vrachtwagens over nauwe bergweggetjes is zeker spectaculair. Davi is als Sanchez een interessante en genadeloze tegenstander.

Dalton’s Bond is een stuk menselijker dan die van Roger Moore. In de films van Moore ging er ook wel eens een vriend of collega dood, maar je kreeg nooit de indruk dat Bond iets meer voelde dan mild ongemak. In License to Kill zien we Bond gepijnigd kijken als hij terugdenkt aan zijn eigen overleden vrouw. Zelden heeft de missie in een film zo persoonlijk voor hem gevoeld. Tegenwoordig zijn we er met Daniel Craig aan gewend dat een ietwat zwartgallige Bond niet al te gek is op zijn eigen werk en ook emoties toont, maar in de jaren ’80 was het voor velen wennen. Wellicht daarom keerden in de jaren ’90 de groteske gadgets, ridicule stunts en flauwe grappen weer terug. Pierce Brosnan was net als Moore een James Bond die vooral uitblonk door onkreukbare flauwe oneliners.

Geen Bond-film zonder Bond-girls. Timothy Dalton’s Bond ging de boeken in als de Bond die de minste vrouwen het bed in kreeg. Deze Bond leek meer geïnteresseerd in gokken en drank. De dames in Bondfilms begonnen voorzichtig ook een meer actieve rol te krijgen, daarvoor waren ze vooral dame in nood. In License to Kill is Pam Bouvier Bond’s gelijke, en dat levert soms irritatie op van beide kanten. Carey Lowell zet Pam neer als een intelligente en slimme CIA-agente die niet vanaf seconde één voor de charmes van Bond valt. De andere Bond-dame in deze film is Talisa Soto. Zij speelt Lupe, de vriendin van Sanchez die een weg uit de relatie zoekt. In zekere zin valt ze voor Bond, maar ze ziet in hem ook een middel om haar doel te bereiken. Haar rol is voor mij echter minder interessant in vergelijk met die van de meer stoere Pam Bouvier. Dat komt wellicht ook omdat Soto niet haar beste acteerwerk laat zien.

Conclusie
Oude James Bond Films recenseren gaat vaak niet zonder een stukje nostalgie. Voor mij is het kijken naar License to Kill ook weer een retourtje jeugd. De film heeft mooie en exotische locaties, Dalton is een prima Bond en het karakter van Pam Bouvier had wat mij betreft vaker mogen terugkeren in de filmserie. Helaas zou dit voor Dalton de laatste Bond blijken. Er waren plannen in een redelijk vergevorderd stadium voor een derde film, er werd zelfs hier en daar al reclame voor gemaakt. Het duurde echter een flinke tijd voor men iets met die plannen deed, mede door een slepende zaak over de rechten van serie. Midden jaren ’90 had Dalton er geen zin meer in, en nam Pierce Brosnan over. Jammer, want de meer serieuze toon van License to Kill smaakte voor mij naar meer.

Be the first to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published.


*