John Woo is de man van weinig woorden, mooie daden. Zijn films zijn vaak weinig diepgaand, maar staan wel bol van de actie en prachtige en dramatische schietscènes. The Killer en Face-Off zijn een twee van mijn favorieten, en dus had ik redelijke hoop voor deze film. Toen deze film uitkwam was Uma Thurman door Kill Bill helemaal hot, dus kreeg de film redelijk wat aandacht.
Het verleden uitwissen
Michael (Affleck) is een uitvinder die zijn vaardigheden verkoopt aan de hoogste bieder. Omdat de klusjes die hij voor zijn klanten uitvoert vaak clandestien zijn en vallen onder het kopje “bedrijfsspionage” word na een dergelijke klus Michaels geheugen gewist. Deze uitzonderlijke service zorgt ervoor dat Michael een redelijk gefortuneerd leven lijdt, maar zonder een eigen identiteit of sociale contacten. Dan komt er een klus binnen die voor Michael de jackpot kan betekenen. Als hij drie jaar van zijn leven in een geheimzinnige klus stopt, dan kan hij een bedrag van acht cijfers verdienen. Drie jaar later zit de klus erop, en worden de herinneringen van Jack aan deze klus gewist. Als Jack naar de bank gaat om zijn zuurverdiende centjes te innen komt natuurlijk de onvermijdelijke kink in de kabel… Er is geen geld, en bovendien zitten zowel zijn vroegere werkgevers als de FBI achter Michael aan. Maar waarom, dat weet Michael dus niet meer…
Weer geen diepgang
Het verhaal klinkt misschien nog wel redelijk interessant. Iemands geheugen wissen heeft natuurlijk onvermijdelijke psychologische gevolgen, en dat levert veel interessante morele dilemma’s op. John Woo had daar echter totaal geen zin in, en Ben Affleck is als acteur niet bij machte zijn karakter ook maar enige diepgang mee te geven. De film verloopt rechttoe rechtaan, en het verhaal is voornamelijk een noodzakelijke kapstok voor de actie waar Woo zo bekend mee is geworden. Jammer, want daarmee bied Woo niet veel nieuws ten opzichte van zijn vroegere werk.
Er moet weer een duif in!
Bovendien is de actie vrij slap, saai en geen moment zit je een beetje op het puntje van je stoel. Bij een snelle actiefilm als Paycheck hoop je toch op enkele halsbrekende toeren en ongelofelijke stunts. Helaas ziet alles er behoorlijk nep uit. De choreografie waar Woo zo beroemd door werd is inmiddels behoorlijk uitgemolken. Het is bijna een parodie op zijn vroegere werk. Het absolute dieptepunt is toch de eeuwig terugkerende duif. In veel John Woo films komt voor de beslissende actiescène even in slowmotion een witte duif voorbij vliegen. In Face-Off was dit een mooie dramatische touch aan al het geweld, maar nu komt het uiterst knullig en geforceerd over, alsof Woo dacht, shit, er moet nog een duif in!
Dieptepunt
Een ander dieptepunt Thurman, die na Kill Bill kennelijk even geen zin had om ook maar iets serieus te doen. Haar rol bestaat voornamelijk uit verliefd glimlachen naar stoere Affleck, en enkele stereotype dramatische scènes die voornamelijk op de lachspieren werken. Aan het einde van Woo’s voortreffelijke film Face-Off zaten twee tenenkrommende minuten waarin men op wel heel suffe wijze een happy end aan de film plakte. Die twee minuten vervullen je als kijker met plaatsvervangende schaamte. Dat gevoel blijf jij bij Paycheck de gehele film behouden.
Conclusie
Ontgoocheld was ik. Na MI2 wist ik het eigenlijk al een beetje, maar door Paycheck ben ik er zeker van. John Woo is zijn touch kwijt. Affleck was knap waardeloos, en Thurman moet zich ook in hoekje behoorlijk gaan zitten schamen. Paycheck is een bizar slechte film, die slechts op een paar momenten ‘leuk’ slecht is. Elke dialoog is slap en stereotype, en de actiescènes zijn te nep en onlogisch om je echt te kunnen boeien. Ben Affleck is drie jaar van zijn leven kwijt in deze film, maar dat weegt niet op tegen de twee uur van mijn leven die in dit walgelijke prulwerkje zit.
Be the first to comment